Als boeren niet meer klagen en pastoors niet meer vragen zijn we aan het eind van onze dagen. Het idee van spreekwoorden en gezegden is dat er altijd een kern van waarheid in zit. Het is echter niet zo dat het tegenovergestelde dan per definitie niet waar is. Zolang boeren klagen en pastoors vragen leven we voor de eeuwigheid is daarom geen waarheid. Nu zijn de ondernemers van vandaag in de vollegrondsgroente en akkerbouw uit zich zelf geen klagers maar er is wel toenemende zorg voor de toekomst van de bedrijven en de hele agrarische sector. En die zorg wordt met regelmaat gedeeld. De zorg is wel op zijn plaats want de druk die er gelegd wordt op boeren en tuinders is groot. Dat de markt inspanning vraagt is reel in een spel van vraag en aanbod maar de markt reageert niet zuiver. De markt wordt beïnvloed door actiegroepen die supermarkten onder druk zetten d.m.v. negatieve publiciteit waarna retailorganisaties eisen gaan stellen aan boeren en tuinders waar de markt niet om vraagt. Laat duidelijk zijn actiegroepen zijn niet de markt.
Daarnaast is er de overheid die randvoorwaarden stelt aan productie. Dat is niet nieuw en in de verantwoording naar de maatschappij is de overheid de vertegenwoordiger die gevolgd moet worden. Echter de overheid is niet stabiel. Wetgeving is onderhevig aan veranderingen die ongestructureerd worden doorgevoerd. De overheid is op dit moment niet in staat om stabiele wetgeving te implementeren. Daardoor opereert de boer en tuinder weliswaar uit goede wil maar vooral uit onmacht.
Een andere zorgelijke ontwikkeling is dat feiten en meningen niet meer uit elkaar worden gehouden. Burgers pretenderen te weten wat een boer of tuinder in zijn spuitmachine stopt. En burgers weten daar ook alle gevolgen van. Echter dit weten is een emotie gebaseerd op frames van actiegroepen. Verdieping in feiten of simpelweg open staan voor een gesprek is niet meer mogelijk. Tegenwoordig wordt het wetenschappelijke resultaat van een onderzoek gezien als niet meer dan slechts een mening.
En de overheid doet daar aan mee. Discussies in de tweede kamer zijn maar al te vaak gebaseerd op van horen zeggen of meningen van individuen. En de bestuurlijk verantwoordelijken in de regering zijn niet in staat om weerwoord te bieden door bij feiten te blijven. Daardoor ontstaat er wetgeving op basis van meningen en emoties zoals het verdwijnen van neonicotinoiden, of drukregistratie.
Blijkbaar wordt de mening van tweede kamerleden hoger gewaardeerd dan een professor met wetenschappelijke kennis op basis van gedegen onderzoek. En daar hebben de boeren last van. Regels zijn prima en markteisen zijn onderdeel van het economisch proces maar regels zonder ratio en een markt op basis van angst maakt onzeker.
Boeren en tuinders zijn gedwongen om alle inzet te plegen die ze kunnen en opereren op de grens van wat mogelijk is. Ook dat is geen probleem maar het risico dat daarmee genomen wordt, ligt volledig in handen van de boeren en tuinders. De combinatie van irreele wetgeving, onzuivere markt en achterwege blijven van risicodekking maakt dat boeren en tuinders ongerust zijn. Terechte zorgen voor nu en een zorgelijke beweging naar de toekomst. De boeren en tuinders opereren op en over de grens van risico en rendement.
Een pas op de plaats op gebied van wetgeving en rationele beoordeling van maatregelen zijn keihard nodig.