Het oogstseizoen staat voor de deur en is bij sommige al gestart. Daarmee komen de tijdelijke arbeiders weer op het erf. Maar hoe zat het ook al weer met de verloningen en regels omtrent huisvestiging? Van de Grond sprak met Martijn Engelen van Salarispoint voor de actuele mogelijkheden.

Minimumloon

Het huidige bruto minimumloon vanaf 21 jaar en ouder bedraagt €14,06 per uur. Veel (asperge)telers verlonen de werknemers nog via ‘stukloon’ of ‘prestatie verloning’. Dat kan, maar wettelijk is men verplicht om de werknemers het minimum loon per gewerkt uur te betalen. Bij stukloon is dus nog altijd een urenregistratie nodig om aan te tonen dat het minimumloon wordt behaald.

Piekarbeidregeling

De piekarbeidregeling, voorheen acht wekenregeling, is een mogelijkheid om voor een korte periode mensen te verlonen. Het voordeel is dat er geen pensioenafdracht nodig is. Veelal zitten buitenlandse werknemers hier ook niet op te wachten en is het dus voor beiden een win-win. De piekarbeidregeling is een goede optie in de aspergeteelt als je met meerdere groepen werkt. Heb je medewerkers die het gehele seizoen blijven werken, dan is vaak acht weken vaak te kort. Je mag de regeling immers maar één keer per kalenderjaar en bij één werkgever toepassen. “Het voordeel voor aspergetelers is wel dat zij vroeg in het seizoen zitten. Later in het jaar komen we vaker tegen dat werknemers in hetzelfde jaar al in de piekarbeidregeling hebben deel genomen, wat vaak tot vervelende verassingen kan leiden bij de werknemer maar ook de werkgever” vult Engelen aan. 

Seizoenarbeid

Wanneer tijdelijk personeel niet onder de piekarbeidregeling valt, kom je automatisch uit bij de ‘seizoenarbeid’. Seizoenarbeid is ‘tijdelijk werk in de land- en tuinbouw’. Daar is geen verblijfsvergunning voor nodig wanneer het werknemers uit de EU  betreft. Buiten de EU moet een zogenaamde vergunning voor verblijf en arbeid geregeld worden (GVVA). De regeling ‘seizoenarbeid’ kan worden toegepast voor een aaneengesloten periode van zes maanden. Daarbinnen kan men wel werken met meerdere contracten.  Het voordeel van seizoenarbeid is dat men ieder jaar opnieuw kan beginnen met een eerste contract (i.v.m. ketenbepaling) omdat er meestal zes maanden of langer onderbreking is. Daarbij hoeven werknemers niet ingeschaald te worden in het loongebouw wat betekend dat er geen recht is op extra functiejaren, en gelden er lagere overwerkpercentages dan bij reguliere werknemers.

Opvolgende contracten en ketenbepaling

“Het is voor een teler wel belangrijk om vooraf goed na te gaan hoe lang hij de werknemer in dienst wil nemen” benadrukt Engelen. Je kunt namelijk niet starten met een piekarbeidregeling en aansluitend over stappen op de seizoensregeling.  Op dat moment wordt de gehele periode gezien als seizoenarbeid en dient alsnog over de gehele periode pensioenafdracht gedaan te worden. “Je kunt wel beide contracten afspreken als er 31 dagen zonder werkverband tussen zit” aldus Martijn. Het hele aspergeseizoen is langer dan acht weken waarmee er dus goed gekeken moet worden wie je onder de piekarbeid aanmeldt. Ook zie je op verschillende bedrijven dat er enkele medewerkers langer blijven dan het oogstseizoen, bijvoorbeeld om te helpen met het onderhoud van de velden of machines, of vanwege meerdere teelten. Deze mensen kunnen onder de seizoensarbeid blijven vallen wanneer dit binnen de zes maanden blijft. Zodra de 6 maanden gepasseerd zijn, geld vanaf de eerste dag na de 6 maanden, de reguliere beloning en voorwaarden volgens de CAO open teelten.  “Dus is de medewerker 5 maanden binnen het kalenderjaar al in dienst geweest onder de seizoensregeling, dan kan hij, ondanks een tussenpose van minimaal 31 dagen, dat jaar nog maar 1 maand werkzaam zijn onder de seizoensregeling bij dezelfde werkgever” ligt Martijn toe.  Het nadeel hiervan is dat je nergens een onderbreking hebt van minimaal zes maanden i.v.m. de ketenregeling. Als je een werknemer langer dan zes maanden per jaar nodig hebt, maar wel een jaarlijkse onderbreking kunt realiseren van drie maanden, dan is er een optie om een seizoensregeling af te spreken (artikel 9 , CAO). Deze afwijking op de ketenbepaling zegt dat er maximaal drie tijdelijke contracten in een periode van negen maanden kunnen worden gegeven zonder een vast contract aan te bieden.  Na een tussenpose van drie maanden, staat de teller weer op nul.

Cafetariaregeling

De cafetariaregeling is een zogenaamde ‘arbeidsvoorwaardekeuzesysteem’ waarbij een deel van het brutoloon ingeruild wordt voor bepaalde secundaire arbeidsvoorwaarden. Hier wordt in de aspergesector veel gebruik van gemaakt in met het aanbieden van huisvestiging. LTO heeft in het convenant van 2024-2025 met de belastingdienst overeen gekomen dat voor werknemers een gedeelte van het bruto loon ingehouden mag worden voor huisvestiging-, levensonderhoud- en reiskosten. Een voorwaarde om de huisvestigingskosten te mogen uitruilen is dat de werknemer verklaard middels een bijlage bij de arbeidsovereenkomst, dat er sprake is van dubbele huisvestigingskosten. Als hier geen sprake van is, dan zijn er ook mogelijkheden om de huisvestingskosten in te houden op het loon.  Om dit te mogen doen dien je te voldoen aan de ‘Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) en de bijbehorende ‘Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Daarin is onder meer geregeld dat de huisvestiging gecertificeerd dient te zijn (SNF of AKF). Daarnaast dient door de werknemer een huurovereenkomst te worden getekend en een schriftelijke volmacht te worden verleend om de kosten ook daadwerkelijk te mogen inhouden. In het convenant is dit wel gemaximaliseerd tot 20% van het voor de werknemer geldende minimumloon op basis van een 38 urige werkweek. “Let er wel op, dat wanneer je Oekraïners in dienst neemt, de cafetariaregeling niet mag worden toegepast” merkt Martijn op. Dit geld namelijk alleen voor mensen uit EU landen. Een klein voordeel voor Oekrainers is wel dat er geen zorgverzekering geregeld hoeft te worden, dit is namelijik vanuit de overheid geregeld.

Regeling inhouden huisvestingskosten gaat verdwijnen

Het verrekenen zoals onder de cafetariaregeling is beschreven staat echter onder druk. Op 6 februari dit jaar, heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een brief aan de kamer gestuurd, waarin een stapsgewijze afschaffing per 2026 wordt aangekondigd voor het inhouden van huisvesting kosten op het minimumloon. Vanaf 1 januari 2026 zal ieder jaar stapsgewijs het inhoudingspercentage met 5% dalen. Wettelijk was het totale percentage 25% (in de CAO open teelten 20%) waarmee dus binnen 5 jaar de gehele inhouding via het minimumloon zal verdwijnen. SZW vind dat de regeling geen meerwaarde heeft en vreest dat huisvesting voor buitenlandse werknemers een verdienmodel is geworden en mogelijk leidt tot uitbuiting. Het eerste jaar (2026) zullen telers nog geen verschil merken (in de hoop dat de cafetariaregeling word verlengd), gezien de CAO reeds van 20% uit gaat, maar daarna word het anders. 

“Het wordt voor niemand een goede situatie” verwacht Engelen. “Als het niet verrekend mag worden op de loonstrook, gaat het daar buiten. Dan is er helemaal geen zicht meer op. Een teler mag tenslotte zijn werknemers een factuur geven voor huisvesting.” Vervolgt hij. “Het betekent ook dat certificering van de huisvesting niet meer verplicht is. Dit was immers een afspraak om de huisvestingskosten te mogen inhouden op het minimumloon” legt Engelen uit. Dit kan betekenen dat de kwaliteit van huisvesting verslechterd. Mocht er daarnaast een streep worden gezet door verlenging van het convenant voor de cafetariaregeling, dan is het ook financieel een achteruitgang. 

De cafetariaregeling drukt immers de kosten. Als de huisvesting niet meer (volledig) uitgeruild kunnen worden, ga je dus meer loonkosten betalen. “Ook de werknemer verliest hierbij. Niet alleen op mogelijke kwaliteit van de huisvesting, maar ook in zijn netto loon”. Ondanks deze situatie die voor niemand in de tuinbouw goed lijkt, verwacht Engelen wel dat het doorgaat. “In het verleden is al vaker geprocedeerd tegen nieuwe regelingen in de arbeidswet, maar zelden, tot nooit succesvol” onderbouwd hij zijn gevoel.  Of dit ook betekend of telers geen huisvesting meer gaan bouwen is Martijn nog terughoudend in. “Het is nog vers van de pers.” 

Nieuwe CAO

Dit jaar loopt de CAO open teelten af en gaat men dus weer rond de onderhandelingstafel. Hier zal zeker de cafeteriaregeling zeker worden besproken naast vaste onderdelen als salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden. Wat betreft het minimumloon is dit in de CAO gelijk aan het wettelijke minimumloon en stijgt per 1 januari en 1 juni. 

Auteur: Ronnie de Hoon Structura

Deel dit bericht