De discussie rondom stikstofuitspoeling blijft een heet hangijzer in de hedendaags landbouwpolitiek, en dat zal ook niet verminderen de komende jaren. Enerzijds is onze landbouw de meest efficiënte ter wereld, anderzijds zijn velen het er mee eens dat het anders kan en moet. Vooral op zandgronden met een laag organische stofgehalte is het uitspoelen en dus verlies van stikstof een groot probleem. De zuidelijke en oostelijke zandgronden zijn dus een focuspunt in de hele discussie. 

Bodemverbeteraars

In 2022 is advies- en onderzoeksbureau Compas Agro uit naam van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een proef gestart omtrent de vermindering van stikstofuitspoeling. In de proef wordt bekeken of toevoeging van verschillende soorten ‘bodemverbeteraars’ aan de grond de uitspoeling van stikstof naar het grondwater verminderen. Hierbij wordt deels ingespeeld op de nutriëntiele waarde van bodemverbeteraars, en deels op de bindende waarde van bodemverbeteraars, en met name de organische stof hierin. Naast asperges bevat deze proef ook boomkwekerijgewassen Prunus en rozen. Dit zijn namelijk specifieke gewassen voor deze regio. 

Banen

In de gehele proef (dus in 3 gewassen) is dezelfde opzet gebruikt. Champost, GFT-compost en groencompost is in banen verspreid in wettelijke doseringen van respectievelijk 20, 25 en 25 ton/ha. Ook is er een baan zonder bodemverbeteraar, om als uitgangssituatie (controle) te dienen. Haaks op deze bodemverbeteraars is in stroken een stikstoftrap aangelegd, waar 50%, 75% en 100% van de stikstofnorm per gewas wordt bemest met enkelvoudige meststoffen. 

Door de opzet van de proef is te onderzoeken of de vrijgekomen stikstof in de bodemverbeteraar voldoende is om minder stikstof bij te mesten. Bovendien is te zien of bodemverbeteraars een deel van de bemestte stikstof kunnen binden en daardoor kan weerhouden van uitspoelen. 

Resultaten

In de resultaten uit 2022 komt naar voren dat het aspergegewas minder groeit bij in de 50% kunstmatige stikstof situatie. Dit is zichtbaar bij alle bodemverbeteraars en de controle. Dronebeelden laten zien dat het gewas gemiddeld het best presteert bij kunstmesttrap 75%, al is dit niet zichtbaar in de gewasmetingen. Bekeken vanuit elke kunstmesttrap valt op dat de controle plot telkens een iets mindere groei laat zien. De verschillen tussen de behandelingen zijn nu nog klein, maar met dronebeelden (NDRE/NDVI-waarden) kunnen kleine verschillen opgemerkt worden. 

Met bodemmonsters op diepten 0-30, 30-60 en 60-90cm wordt getoetst of de neerwaartse beweging van stikstof (met name nitraat) in de grond vermindert wordt door toevoeging van bodemverbeteraars. In deze bodemmonsters wordt het N-mineraalgehalte gemeten. Uit de N-mineraal metingen van 2022 zijn nog geen duidelijke conclusies naar voren gekomen. Naar verwachting zullen er in de komende jaren meer verschillen tussen de behandelingen ontstaan. 

In 2023 en 2024 zal de proef verder gemonitord worden. In 2024 zal ook de oogst van dit veld gesorteerd worden, waardoor er mogelijk ook verschillen in opbrengst en diktesortering zichtbaar worden. 

Bas Tulkens, Compas Agro

Deel dit bericht