Gemiddeld genomen is 0,2% van de droge stof in een plant Magnesium en is daarmee het derde anorganische element na Kalium (1%) en Calcium (0,5%). Magnesium is voor de plant een belangrijke voedingsstof. Als centraal atoom in het chlorofyl (bladgroen) is het essentieel voor de fotosynthese en daarmee de productiviteit van het aspergeloof.

Uit waarnemingen in de praktijk reageert een asperge gevoelig op magnesium gebrek, in het bijzonder op lichte gronden, uiteraard soort afhankelijk. Magnesium gebrek toont zich onder meer door het vroegtijdig vergelen van de naalden beginnend bij de oude stengels. Deze chlorofyl afbraak leidt tot een beperking in assimilaten. Vermindering van oogstvolume en kwaliteit kunnen het gevolg zijn. Magnesium gebrek in het plantjaar kan het gewas negatief beïnvloeden en een meerjarig negatief effect veroorzaken. Gebruik van magnesium houdende kalk en samengestelde meststoffen kunnen gebreken voorkomen. Bij gebreksverschijnselen worden ook wel snel werkende meststoffen en bladmeststoffen ingezet.

Onderzoek universiteit Geisenheim

Met dit als achtergrond is men gaan kijken naar het effect van de hoogte van magnesium gift alsook de vorm waarin deze gegeven word (bemesting via de bodem of bladbemesting) op de plantontwikkeling, de opbrengst en stengeldiameter is. Op de universiteit van Geisenheim heeft men hiertoe een 4 jarig onderzoek uitgevoerd. 

Het onderzoek is uitgevoerd op een onderzoeksveld in Ingelheim, Rheinland- Pfalz, op zandigere grond van september 2012 tot en met juni 2015. Het onderzoek is uitgevoerd bij het ras Cumulus. De proef is aangelegd als een willekeurige blokkenproef met 4 variaties en 3 herhalingen. De bodembemesting is uitgevoerd met kieseriet (MgSO4), K+S Kali en de bladbemesting met bitterzout (10% MgSO4-7H2O), EPSO Top,K+S Kali. De eerste gedifferentieerde Mg giften alsook N, P,K, op basis van grondmonsters, is gegeven na de oogst in 2013. 

Het gewicht en de stengeldiameter is in de oogstjaren 2013 tot en met 2015 dagelijks gemeten en gecumuleerd. In het eerste oogstjaar is er slechts twee weken geoogst, 2014 zes weken en in 2015 acht weken. In de metingen zijn alle stengels meegenomen met uitzondering van de stengels onder de 10 mm doorsnee of stengels die door kwaliteit verlies niet meer te verkopen waren. De resultaten zijn vervolgens statistisch met elkaar vergeleken. 

Resultaat

De eerste gedifferentieerde bemesting vond plaats in de zomer van 2013 waardoor de invloed van Magnesium giften pas gemeten konden worden in de oogst van 2014 en 2015. Na 2 jaar de gedifferentieerde bemestingen toe te hebben gepast waren er in de oogst van 2015 verschillen waarneembaar. Er werden positief significante verschillen gevonden tussen onbemest en de hoogste gift (100 kg MgO) van Magnesium. 

Wanneer men de oogst differentieert naar diameter klasseringen werden de volgende effecten gezien: voor de variant met 100 kg MgO werd er in de klasse 16-26 mm een hogere opbrengst gevonden ten opzichte van het nul object. Er werd echter geen verschil waargenomen met de objecten met bladbemesting of lagere gift grondbemesting. De bladbemesting gaf een significant hogere opbrengst in de sortering 26-36 mm in vergelijking met de gift van 50 kg kieseriet en onbemest. Bij de bladbemesting (20 kg MgO) werd daarbij een kleiner aandeel dunne stengels (14-16 mm) gevonden ten opzichte van het object met 100 kg MgO.

Discussie

De proef toont een positief effect van Magnesium bemesting op zowel het totaal productievolume alsook de stengeldiameter. De verschillen zijn alleen bij de hoogste gift ook statistisch verschillend. Dit verschil werd pas in het 3e oogstjaar gezien. In het tweede oogstjaar werd er alleen een tendens waargenomen. Dat er enige tijd nodig is voor een zichtbaar effect verklaart zich waarschijnlijk door de eerst kleine groeiverschillen en de daarop volgende grote groeisprongen. Een gepaard gaande hogere assimilatie veroorzaakt een grotere opslag aan koolhydraten. Dit leidt tot een hogere opbrengst in het daarop volgende oogstjaar. 

Waar de hoogste totaalopbrengst gemeten werd bij de gift met 100 kg MgO, leidde dat niet tot een hoger aandeel in stengeldiameter. Die werd gevonden bij de bladbemesting (20 kg MgO). De hoogste MgO gift leidt dus niet automatisch naar de hoogste stengeldiameter. 

Het is wel belangrijk te beseffen dat in deze opzet het nul object geen Magnesium heeft gekregen, wat in praktijk niet zal voorkomen. Normaliter wordt hier ca. 30 tot 40 kg MgO gegeven. Het object met 100 kg MgO verschilt daarmee met de praktijk slechts met 60 kg MgO. Niettemin werd met een bladbespuiting met slechts 20 kg MgO, vergelijkbare opbrengsten gevonden ten opzichte van de objecten met hoge doseringen. Bladbemesting kan daarmee een kosten alsook tijd besparend alternatief leveren. Een goede combinatie kan leiden tot een goede kwaliteit.,

Bron; spargel und erdbeer

Deel dit bericht