Afgelopen jaar was het eerste jaar van het Uireka druppelirrigatieonderzoek; verkennende UIKC-proeven in 2019 hadden al laten zien dat met druppelirrigatie een meeropbrengst van 20 ton haalbaar was. In dit eerste jaar van het Uireka-onderzoek bleek dat met de helft van de hoeveelheid water eenzelfde opbrengst werd gehaald. Hierbij werd druppelirrigatie vergeleken met volvelds boomberegening. Ook bleek dat bij een druppelafstand van 20 cm de middelste van de 5 rijen (bedbreedte van 1,50 m) te weinig water kreeg en in opbrengst achter bleef. Een ander opvallend iets was de conclusie dat het effectiever was om regelmatig met kleinere hoeveelheden te druppelen dan minder vaak met grotere hoeveelheden.
Voor de werkgroep waren al deze bevindingen aanleiding het tweede jaar voor een aangepaste opzet te kiezen; de druppelirrigatie wordt vaker met kleinere hoeveelheden water ingezet en het aantal slangen per bed wordt beperkt tot twee. Dit alles leidt tot de volgende proefopzet:
Speciaal object met toediening relatief zout water
De proef is 15 april jl. aangelegd onder mooie, droge omstandigheden. Eerst zijn de slangen op een diepte van 3-4 cm neergelegd. Daarna is er dezelfde dag nog gezaaid; 3,8 eenheden geprimede Hybelle. In totaal zijn 7 objecten aangelegd waarmee een vergelijking is te maken tussen waterhoeveelheden, druppelafstand, aantal rijen op een bed van 1,50m en effectiviteit van water tussen beregenen met boom en druppelirrigatie. In één van de zeven objecten wordt ‘zout’ water (EC4) gebruikt om te kijken welke invloed dit heeft op de groei van de ui. De werkgroep heeft besloten dit object aan het onderzoek toe te voegen vanwege de vele vragen uit de praktijk daarover afgelopen jaar.
Tijdens het seizoen zullen waarnemingen worden uitgevoerd naar ziektedruk, trips en opbrengst, maar ook naar bijvoorbeeld mogelijke inwendige gebreken. In de praktijk zijn namelijk geluiden te horen dat bij regelmatig water geven er mogelijk een negatieve invloed is aangaande bacterieaantasting. We houden u op de hoogte.