De beschikbaarheid van water en nutriënten is in de groenteteelt een cruciale factor voor welslagen van de oogst. Tussen 2015 en 2017 onderzochten Bodemkundige Dienst van België (Leuven, België) en het Proefstation voor de Groenteteelt (Sint-Katelijne-Waver, België) hoe de beschikbaarheid van water kan worden verhoogd op aspergevelden in het noorden van Belgisch Limburg door het gebruik van druppelirrigatie.
De voordelen van druppelirrigatie
Druppelirrigatie heeft een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van de traditionele haspelirrigatie. Dankzij druppelirrigatie kan, vergeleken met haspelberegening, bespaard worden op water en energie. Er kan aangenomen worden dat om eenzelfde rendement te behalen tot 15% minder water nodig is. Bovendien is minder energie nodig omdat druppelleidingen slechts 1 bar werkdruk vragen terwijl een hapsel-installatie al snel 7 bar vraagt. Bovendien is de ziektedruk lager omdat het loof niet wordt bevochtigd tijdens de irrigatie. Via de druppelslangen zou bovendien ook op een eenvoudig manier meststoffen in oplossing meegegeven kunnen worden (fertigatie). In het project werd gefocust op de irrigatiebehoefte van asperge. Deze behoefte was nog onduidelijk. Enerzijds beschrijven buitenlandse onderzoeken asperge als een droogtegevoelige teelt anderzijds is het gekend dat asperge, mede door zijn meerjarig karakter, een zeer diep wortelgestel heeft. Daarom kan het gewas een groot bodemvolume voor de opname van water en nutriënten.
Een duidelijk verschil in waterstatus
Op een proefperceel in Kinrooi werd bij een 7 jaar oude asperge aanplanting voor de eerste keer druppelirrigatie aangelegd. Vervolgens werd de vochtstatus in de bodem en op de plant van nabij gevolgd. Enerzijds werd gebruik gemaakt van bodemsensoren die de zuigspanning registreren, anderzijds werd een mobiele drukkamer gebruikt waarmee de onderdruk in de plant kan worden bepaald. De bodemsensoren die in het project gebruikt werden zijn Watermark bodemsensoren die de link leggen tussen de elektrische geleidbaarheid in de bodem en de zuigspanning. De zuigspanning in de bodem duidt aan met welke kracht het water gebonden wordt aan de bodemmatrix. In de plant moet een minstens even grote onderdruk ontstaan om het water te kunnen onttrekken uit de bodem. Deze onderdruk kan dan weer worden gemeten met de mobiele drukkamer. Deze technieken zijn interessant want ze laten toe om een watertekort te observeren in de bodem om dit vervolgens te linken aan waterstress bij de plant. Zowel in 2015 als in 2016 werd 40 mm geïrrigeerd. Deze irrigatie werd voornamelijk uitgevoerd tijdens de maanden juli en augustus. In deze periode ontwikkelen de asperges een weelderige loofgroei, welke belangrijk is voor de fotosynthese tot suikers die worden opgeslagen in het wortelgestel. Deze reserves worden aangesproken in het daaropvolgende groeiseizoen, tijdens de aspergeoogst. Het effect van de irrigatie op de waterstatus was duidelijk zichtbaar in 2015 en 2016. In de natte behandeling bleef de zuigspanning tot eind september natter dan -100 kPa terwijl in de niet-geïrrigeerde behandeling een zuigspanning tot -200 kPa werd geobserveerd (Figuur 1a). Door de lagere zuigspanning was ook de onderdruk in de plant, geobserveerd met de mobiele drukkamer, duidelijk lager in de niet-geïrrigeerde behandeling.
Druppelslangen kunnen ook in het wandelpad
Het verschil in waterstatus door irrigatie was duidelijk zichtbaar in bodem en in gewas, ondanks het uitgebreide wortelgestel van asperge. Het uitgebreide wortelgestel werd geobserveerd in profielkuilen. In de profielkuil was duidelijk zichtbaar dat de plant wortels ontwikkeld tot een diepte van 120 cm. Bovendien koloniseert de plant ook het bodemvolume tussen de twee aspergeruggen. Dit suggereert dat het ook mogelijk is om de druppelslangen naast de rug, in het wandelpad, te leggen in plaats van boven op de rug. Bovendien kunnen deze slangen na afloop van het seizoen gemakkelijk worden opgeruimd omdat ze niet komen vast te zitten in het loof. De opstelling waarbij druppelslangen worden ingegraven in de rug werd in dit project niet bestudeerd. Ook dit is vermoedelijk interessant omdat de watergift in het hart van het wortelgestel plaats vindt. Echter omdat de druppelslangen niet zichtbaar zijn is het moeilijk om de werkelijke afgifte te controleren. Ook lekken of eventuele breuken in de druppelslangen zijn moeilijk te detecteren. Omdat de druppelslangen in het project boven de grond werden gelegd, en na afloop van het groeiseizoen werden verwijderd, werd er gekozen voor eenjarige dunwandige irrigatieslangen. Voor slangen die worden ingegraven, en meerdere jaren op het perceel blijven, zijn dikkere slangen, eventueel druk gecompenseerd een betere keuze.
De meeropbrengst dekt de kosten
Na het eerste onderzoeksjaar, bij de proefoogst in 2016 werd 7% meer gewicht en 11% meer stengels geoogst in de geïrrigeerde behandeling. In het tweede onderzoeksjaar situeerde de meeropbrengst zich in dezelfde grootteorde. Deze meeropbrengst vertegenwoordigt een financiële meerwaarde van circa 1500 euro, wat 1000 euro meer is dan de jaarlijkse kost om de druppelslangen op het perceel aan te leggen. Analyse van het meerjarig neerslagtekort in onze regio wijst uit dat in 75% van de jaren zomers mogen worden verwacht die minstens even droog zijn. Uiteraard vraagt de installatie en het verwijderen van de druppelslangen werkuren van de teler. Echter eens de slangen op het veld liggen is irrigatie veel gemakkelijker vergeleken met een haspelinstallatie.
Hoe de irrigatie aansturen?
Tijdens de maanden juli en augustus kent asperge een zeer hoog vochtverbruik. Per dag kan, in warme periodes, tot 7 mm water verdampen. Bodemkundige Dienst van België verleent irrigatieadvies aan telers om de irrigatiegift te optimaliseren binnen de dienstverlening “Irrigatiesturing”. Dit advies wordt opgesteld aan de hand van een bodemwaterwaterbalansmodel dat toe laat om enkele dagen op voorhand een irrigatiegift te voorspellen. Het model wordt steeds gecontroleerd aan de hand van driewekelijkse bodemstaalnames op het perceel. De combinatie van staalnames en modelberekening laat toe om aan geïnteresseerde telers wekelijks een irrigatie-advies af te leveren waarbij het optimum wordt gezocht tussen het waterverbruik en de opbrengst. Ook tijdens het onderzoeksproject werd op de proefvelden de irrigatie aangestuurd volgens deze methodiek.
Bron: Bodemkundige Dienst van België vzw