De beheersing van trips is de afgelopen jaren een hoofdbreker geweest in de uienteelt. De toename van de druk maar ook de steeds selectievere werking van middelen maakt tripsbestrijding ingewikkeld. Niet voor niets dus dat Uireka afgelopen jaar gestart is met een onderzoek naar beheersing van Trips. Onderzoeksstation Vertify in Zwaagdijk heeft het onderzoek uitgevoerd. De resultaten van het eerste jaar zijn onlangs gerapporteerd. 

Breder pakket

Het doel van deze proeven is een breder middelenpakket van minder milieubelastende middelen te krijgen waardoor de schade als gevolg van Thrips tabaci in de uienteelt wordt voorkomen dan wel wordt beperkt. In dit onderzoek wordt gekeken naar het effect van chemische middelen, groene middelen en biologische bestrijders. Op 3 verschillende locaties in Nederland (Tollebeek, Wieringerwerf en Colijnsplaat) zijn proeven uitgevoerd om de Thrips tabaci invlucht in een uien gewas te beperken. De eerste bespuiting tegen Thrips tabaci is uitgevoerd op basis van vangplaten

Standaard

De standaardbehandeling bestond uit een afwisselingsschema met Tracer, Attracker, Batavia, Robbester. De onderzochte objecten zijn onder andere een biologisch bacteriepreparaat een knoflookextract, een combinatie van systemisch insecticide en plantsappen, stoffen gebaseerd op verbeteren van weerstand al dan niet in combinatie met een uitvloeier met plantextracten en een object met een lokstof met uitvloeier, 

Resultaten 

Voor all behandelingen zijn geen gewasreacties of andere fytotoxische reacties waargenomen. Er is een groot verschil in waarneming van de trips op de vangplaten in Tollebeek (N.O.P.) werden op 19 juni de eerste tabakstrips op de vangplaat waargenomen. In Wieringerwerf waren de eerste op 29 juni gesignaleerd. en op 13 juli zijn de eerste in Colijnsplaat op de vangplaat waargenomen. In Colijnsplaat bleek dat op hetzelfde moment van waarnemen op de vangplaat ook in het gewas een behoorlijke hoeveelheid trips aanwezig was. Dat roept wel vragen op over de juiste signalering zeker omdat met de groene middelen op tijd moet worden gestart met onaantrekkelijk maken.

Onaantrekkelijk

In zowel de Noordoostpolder als in de Wieringermeer blijkt dat in alle behandelingen minder Thrips tabaci te singaleren is dan in dan onbehandeld. De groene middelen die het gewas onaantrekkelijk en weerbaarder voor Thrips tabaci moeten maken houden het vol tot half juli. Rond half juli is er een grote invlucht van Thrips tabaci in het gewas. De groene middelen krijgen het dan moeilijk omdat deze producten geen duurwerking hebben. De biologische bestrijders hebben een beter effect dan de groene middelen. Het is voor de biologische bestrijders noodzakelijk dat de trips wordt geraakt. De behandelingen met overwegend chemische producten hebben het meeste effect op de populatie Thrips tabaci. 

Op tijd

Op de proeven in Zeeland is het effect van te laat inzetten van groene middelen goed te zien. Het is voor groene middelen die het gewas onaantrekkelijk maken voor Thrips tabaci noodzakelijk om op tijd te starten voordat er Thrips tabaci in het gewas wordt aangetroffen. Op het moment dat er Thrips tabaci in het gewas aanwezig is hebben alle behandelingen problemen met de beheersing van Thrips tabaci. Dit geldt ook voor de chemische producten die zijn getest.

Piekbeheersing

De diverse onderzochte behandelingen hebben effect op voorwaarde dat er op tijd wordt begonnen met behandelen. Enkele gebruikte groene middelen hebben een contact werking. Bij toepassing van deze middelen moet de Thrips tabaci worden geraakt. Spuitmoment en spuittechniek zijn bij deze producten daarom erg belangrijk. Bij het gebruik van groene middelen die een verjagende werking hebben is het zaak voor de aanwezigheid van trips te beginnen met de bespuiting.

In vervolg onderzoek zal de aandacht moeten komen te liggen op het bepalen van de eerste toepassingen waarbij de geschiktheid van vangplaten moet worden onderzocht. Daarnaast is de piekbeheersing van groot belang over het algemeen is te zien dat rond half juli om welke redenen dan ook de populatie Thrips tabaci toeneemt. In het geval van groene middelen met een verjagende werking zou in die periode de

interval tussen de bespuitingen verkort moeten worden.

De resultaten tonen aan dat groene middelen effectief kunnen zijn. Om de pieken te kunnen beheersen is het raadzaam te zoeken naar een schema met plantversterkers en biostimulanten afgewisseld met chemische producten en/of het biologische insecticide Tracer zou mogelijk zijn. Hierbij moeten de chemische producten + Tracer dan gezien worden als corrigerende maatregel.

bij de groene middelen zijn er zowel middelen die werken op basis van contact en op basis van verjaging. Onderzoek naar een combinatie van de bijde werkingsprincipes is aan te bevelen.

De aandacht om trips te beheersen neemt toe. Uit dit onderzoek blijkt dat er mogelijkheden zijn bij de groene middelen en plantversterkers. Ook bljkt dat deze middelen op verschillende werkingsprincipes functioneren. Pasklare antwoorden komen niet uit dit onderzoek maar het biedt wel aangrijpingspunten voor beloftevol vervolgonderzoek.

Uireka

Uireka is een uniek ketenproject waarin de gehele uienketen participeert. De eerste 3

jaar van het project (2017-2019) was het projectdoel met onderzoek de kwaliteit en

daarmee het versterken van de exportpositie van de Nederlandse ui te verbeteren.

Vanaf 2020 richt Uireka zich op het versterken van de duurzaamheid en weerbaarheid

van de uienteelt. Het project is een initiatief van de Holland Onion Association en wordt

mede ondersteund door Topsector Agri & Food, BO Akkerbouw en meer dan 70

ketenpartners.

Uireka draait om innovatie, verbetering en verduurzaming van de teelt,

droogtechnieken en bewaring. Het project levert een pakket aan handvatten en

oplossingen die ketenpartners in staat stelt de kwaliteit van de Nederlandse ui nog

beter te borgen. Uiteindelijk zorgt dit voor een sterkere exportpositie en daarmee een

versteviging van het verdienmodel van alle partners in de uienketen.

Deel dit bericht