De vollegrondsgroentetelers zijn zich volledig bewust van de positie in de maatschappij en tonen een grote ambitie om binnen maatschappelijke kaders te telen. Dat leidt ongetwijfeld tot serieuze aanpassingen van de teeltsystemen. De kennis die nodig is om deze teeltsystemen succesvol en zonder al te veel risico in te zetten, is nog niet voorhanden. Om deze kennis te ontwikkelen investeren de vollegrondsgroentetelers in onderzoek.
Kool
Dit jaar hebben de kooltelers in gezamenlijkheid een uitgebreid onderzoeksprogramma opgezet gericht op beheersing van o.a. trips, witte vlieg, koolgalmug. Op het sluitkoolplatform en het spruitenplatform liggen diverse objecten waarin gezocht wordt naar de mogelijkheden van groene middelen in combinatie met signalering en voorspeling. De bloemkool en broccolitelers kiezen voor een focus op koolgalmug waarin de inzet van verdere vergroening wordt onderzocht naast de mogelijkheden voor een specifieke grondbewerking zoals ploegen voor verstoring van de ontwikkeling van de koolgalmugcyclus.
Bladgewassen
De bladgewassentelers via het bladgewassencollectief Bladycol zetten een stip op de horizon en laten het teeltsysteem van 2030 nu zien. De bladgewassentelers kiezen nadrukkelijk voor grotere objecten op semipraktijkschaal waarin de inzet van natuurlijke vijanden (gaasvlieg) een dragend onderdeel is van de luisbeheersing. Deze grootschalige onderzoeksvelden worden op verschillende plaatsen in Nederland aangelegd.
Met de opzet van de onderzoeksobjecten kiezen de vollegrondsgroentetelers voor een route die bestaat uit gedetailleerde kennis gekoppeld aan modern vakmanschap. De onderzoeken worden uitgevoerd door onderzoekscentrum Vertify. De onderzoeken worden gefinancierd door de telers en vele bedrijfsleven partners. De overheid participeert in het onderzoek via de TKI tuinbouw en uitgangsmateriaal.