Deze tijd maakt het onmogelijk om in winterbijeenkomsten te discussiëren over de mogelijkheden en onmogelijkheden in de teelt. De digitale bijeenkomst voor de bladgewassentelers op 11 maart was informatief maar de discussie over de toekomst van de teelt bleek niet mogelijk via een scherm. Toch zijn de vragen die Dave Smit als voorzitter van de kerngroep bladgewassen opriep wel relevant. En de vragen roepen op tot na denken.
Weerbaar
Eén van de vragen die werden getoond was een concrete vraag naar wat weerbaar is. Weerbaar is een begrip dat komt uit de toekomstvisie van het Ministerie van Landbouw waarin gesproken wordt over weerbare planten en weerbare teeltsystemen. Wat dat in de praktijk betekent is een vraag zonder pasklaar antwoord. Vanuit de teeltpraktijk is zeker dat een plant die optimaal groeit minder vatbaar is voor allerlei narigheid. Dat is een vorm van weerbaarheid maar wat is er meer en hoe kan deze weerbaarheid worden ondersteund of gestimuleerd. Daarbij komt de vraag naar boven of er betere teeltsystemen zijn dan de huidige als het om weerbaarheid gaat.
Techniek
Vanuit die vraag kunnen veel nieuwe vragen worden bedacht: is het mogelijk om de planten langer bij de plantenkweker te laten zodat een vitale plant een korte veldperiode nodig heeft om van halfwas tot volwaardig product uit te groeien? En is het plantverband zoals we daar nu in telen wel optimaal? Of wat is er mogelijk in combinatieteelten? Eén ding is daarbij wel duidelijk techniek wordt nog veel belangrijker dan dat het nu is. Continu monitoren met sensoren, drones en satellieten is de basis voor nieuwe teelttechnieken. Daarbij hoort kennis van de plantengroei maar ook van de belagers. Wellicht zijn er infiltratiemogelijkheden in luizenkolonies om te verstoren en om te voorspellen.
In de glastuinbouw zijn er experimenten met volledig autonoom telen. Wellicht is dat een uitdaging die ook in de bladgewassenteelt zou moeten worden aangegaan. Vast en zeker dat er wat van te leren is. De discussie over mogelijkheden in de teelt van bladgewassen zal de komende tijd gevoerd worden. Daar hoort bij dat er nagedacht wordt over kansen en uitdagingen. De discussie gaat gevoerd worden in fysieke bijeenkomsten. Nadenken kan continu.