Er zijn in 2020 verschillende manieren om insecten te bestrijden. Voor het voorjaar zijn de belangrijkste twee insecten de bonenvlieg en de uienvlieg. Om de uienvlieg te bestrijden is de steriele insecten techniek van ‘de Groene Vlieg’ een bewezen methode. Echter dat is geen oplossing voor de bonenvlieg. En de bonenvlieg is een insect dat de laatste jaren meer en meer schade doet en dat al vanaf kiemen.
Nuttige
Voorheen was een insecticide coating afdoende tegen zowel de uienvlieg als de bonenvlieg, maar ook vele ander schadelijke bodeminsecten zoals wortelduizendpoten, aardvlooien ed. Helaas zit insecticide coating niet meer in de gereedschapskist. Een mogelijke bestrijdingsmethode is de toepassing van Vydate (oxamyl). Vydate is primair een middel tegen aaltjes maar heeft wel degelijk ook een (neven) werking tegen maden van insecten. En juist de maden van de bonenvlieg en de uienvlieg doen de schade aan de uien. Echter is Vydate ook een radicale oplossing die niet alleen de schadelijke maar ook de nuttige insecten dood. Inzet van Vydate zonder druk van aaltjes lijkt dan niet automatisch t voor de hand te liggen.
Contact
Uiteraard kunnen insecticiden worden ingezet. Pyrethoïden zoals Karate, Decis en Sumicidin hebben een contactwerking tegen vliegende insecten en zullen de bonenvlieg en de uienvlieg bestrijden. Wel is het zaak de bespuiting te herhalen omdat vliegen nu eenmaal verspreid over meerdere vluchten voorkomen. En net als bij Vydate doden pyrethoïden zowel schadelijke als nuttige insecten. In een tijd waarin schema’s steeds ‘groener’ worden lijken alternatieven noodzakelijk te zijn. Monitoring van de vliegen is hoe dan ook noodzakelijk.
Fosfaat
Een optie die het proberen waard is volgens Luc Remijn van Delphy, zou de inzet van fosfaat in de rij kunnen zijn. Meststoffen als Powerstart, Quickstart en Physiostart zorgen voor snelle beginstart van de uien ontwikkeling tot de eerst uienpijp. De made van bonenvlieg heeft geen sterke kaken. Deze kaken kunnen zich wel vastbijten in de kiem maar niet in de pijpjes. Een korte kiemperiode geeft dus weinig tijd voor de bonenvlieg om het kiemende uienzaad aan te vreten. Voor de uienvlieg telt dit niet. De kaken van de made van de uienvlieg zijn sterk genoeg om de pijpen aan te vreten.
Groenbemesters
Steeds meer wordt duidelijk dat de omgeving van groot belang is voor de bonenvlieg. Dat geldt voor buurpercelen waar in het vorige jaar peulvruchten hebben gestaan zorgen voor grotere bonenvliegdruk. Maar ook groenbemesters die groen de winter door zijn gekomen en in het voorjaar geklepeld worden, zijn aantrekkelijk voor de bonenvlieg. Juist bij het verteren van de groene delen hebben een grote aantrekkingskracht op de bonenvlieg i.v.m. verhoogde CO2 uitstoot. Uienpercelen na groen geklepelde groenbemesters met niet kerende grondbewerking kunnen een grotere druk ondervinden van de bonenvlieg.
Beheersing van plagen leunt meer en meer op beoordeling van omgeving, gevolgd door keuzes uit een aantal maatregelen. Daar hoort ook bij om mogelijkheden achter de hand te hebben om tijdens de teelt te kunnen ingrijpen. Deze handelswijze beschrijft de echte manier van geïntegreerd telen. En de basis van geïntegreerd telen, blijkt te liggen in vakmanschap van de teler. Regelmatig monitoren en de risico’s inschatten is daarbij uiterst belangrijk!
ot 3 generaties
Bonenvlieg
De volwassen bonenvlieg is een kleine, grijze vlieg met zwarte poten en haren verspreid op het lichaam en 3 tot 6 mm lang. De kleur van kop, borst en achterlijf is grijs tot geelachtig. De borst en buik zijn voorzien van een bruine band. De bonenvlieg en koolvlieg zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. De bonenvlieg overwintert als een pop in de bodem. Gedurende de winter sterven slechts weinig poppen door lage temperaturen of vallen ten prooi aan natuurlijke vijanden. De volwassenen vliegen komen in het vroege voorjaar (april) uit en voeden zich met nectar en honingdauw. Een vrouwtje legt gemiddeld 270 eieren, afzonderlijk of in kleine clusters, in vochtige bodem. De geur die vrijkomst bij het kiemen van de zaden stimuleert de vlieg om eieren af te zetten. Bekend is dat de aanwezigheid van schimmels en micro -organismen de ei-afzetting van de bonenvlieg stimuleren. De eieren komen na 7 tot 9 dagen uit. De ontwikkeling van larve tot pop duurt afhankelijk van de temperatuur 1 tot 3 weken. Zelfs bij temperaturen beneden de 5 oC blijven ze actief. Het voedt zich met verterend dierlijke of plantaardige materiaal waarop ze zich volledig kan ontwikkelen tot pop. De larven worden echter ook sterk aangetrokken door kiemende zaden en jonge planten waarvan ze eten. Wanneer de planten groter zijn, wordt het plantenweefsel te hard om aangetast te worden. Daarom zijn gewassen meestal slechts 3 tot 4 weken gevoelig voor aantasting. De larven verpoppen in de grond op verschillende dieptes. Verpopping duurt 7 tot 26 dagen of de gehele winter (overwintering). In Nederland komen meestal 2 tot 3 generaties voor