Een verhaal over over bieten in het hoofdstuk pootaardappelen. Het lijkt vreemd in het geval van het ras Redukto van SESVanderHave is het toch een logische toevoeging. In tegenstelling tot de conventionele rassen is Redukto resistent tegen het Meledoïgyne Chitwoodi aaltje. In een potproef uitgevoerd door de WUR blijkt dat Redukto over een hoge graad van resistentie beschikt, zodat de aaltjespopulatie sterk verminderd wordt.
Veldonderzoek op PPO Vredepeel laat zien dat het effect van Redukto kan worden vergeleken met dat van zwarte braak.

Resultaat

Wim Zandvoort van SESVanderHave beseft dat redeneren vanuit de pootaardappelteelt voor een bietenras wat vreemd is maar nadenken over voorvrucht en vruchtopvolging past in een bouwplanbenadering. Bij het optimaal inrichten van een bouwplan voor een efficiënt resultaat gaat het niet om het hoogste resultaat van de afzonderlijke gewassen. Juist het totaal resultaat van het bouwplan in combinatie met de toekomstpotentie zorgt voor het beste resultaat. 

Opbrengst

In geval van de teelt van Redukto wordt ca. 10% ingeleverd t.o.v. de suikeropbrengst in de meest productieve bietenrassen. Wel wordt de Chitwoodi bestreden tijdens de teelt van suikerbieten. Deze lagere opbrengst moet afgewogen worden tegen de mogelijkheid om zonder problemen pootaardappelen te telen of zelfs helemaal geen pootgoed. Andere alternatieven zijn een behandeling tegen Chitwoodi in de vorm van zwarte braak, inundatie o.i.d. Het totaal plaatje lijkt gunstig voor de inzet van Redukto met inleveren van 10% suikeropbrengst en wel een reguliere pootaardappelteelt.

Inmiddels is Redukto voor het tweede jaar meegenomen in het CGO rassenonderzoek bij het IRS en daarin toont Redukto zich betrouwbaar op ziekten en plagen. De verminderde suikeropbrengst wordt daar ook gesignaleerd.

Slim

De pootgoedteler is als geen ander doordrongen van aaltjesproblematiek. Maar een eenvoudige oplossing voor alle aaltjesproblemen zijn er niet. Cysteaaltjes zijn beheersbaar met resistente rassen maar andere aaltjes vragen een eigen benadering. De oplossing die al jaren onder de aandacht wordt gebracht is telen in een ‘slim’ bouwplan. In een slim bouwplan wordt rekening gehouden met de gevoeligheid van gewassen en rassen voor specifieke aaltjes en is de vruchtopvolging afgestemd op kwetsbaarheid voor en vermeerdering van aaltjes. Onderdeel van een ‘slim’ bouwplan is continue monitoring door middel van bemonstering van de percelen. Een bietenras telen die Chitwoodi verminderd is niet nodig als er geen Chitwoodi in de grond zit. En daar is alleen achter te komen door een grondmonster te nemen. 

Een slim bouwplan betekent ook in geval van huurpercelen naar de historie en de toekomst van een perceel kijken. En met de medegebruikers en de eigenaar beslissingen nemen over maatregelen die het gehele bouwplan ten gunste komen.

SESVanderHave kiest er uitdrukkelijk voor om niet alleen de meest productieve rassen in de markt te zetten. In dit geval is gekozen om een ras dat minder productief is maar gunstige neveneigenschappen heeft voor de pootaardappelen als commercieel ras te vermarkten. Een keus die past in een integrale visie op bodemgebruik en past in een duurzaam productiesysteem.

Deel dit bericht