Weerbare planten en weerbare teeltsystemen. Dat is de ambitie in het uitvoeringsplan gewasbescherming 2030. Dit plan is opgesteld door het ministerie van landbouw in overleg met de belangenorganisaties waaronder LTO. Het begrip weerbaar is wel te begrijpen maar hoe dat ingebouwd kan worden in een teeltsysteem is het volgende. En er zijn verschillende manieren om weerbaarheid toe te passen. De partij die het meest uitgewerkte beeld van een weerbaar teeltsysteem geeft is Artemis. Artemis is de koepel van leveranciers van biologische oplossingen van natuurlijke oorsprong. Op De Aardbeiendag sprak directeur van Artemis Helma Verberkt over de route naar weerbaar telen.

Biocontrol

“De basishouding is om te telen samen met de natuur” legt Verberkt uit. Dat betekent niet dat er een systeem bestaat waarmee je tegen de natuur in teelt. Immers plantengroei is in de basis niet anders dan de natuurlijke processen beïnvloeden om de plantengroei te optimaliseren. In een weerbaar teeltsysteem wordt de nadruk gelegd op beïnvloeding van de processen in de plant met natuurlijke middelen. Verberkt brengt het begrip ‘biocontrol’ naar voren. Daarmee wordt de controle van de biologische processen bedoelt. Verberkt is duidelijk over hoe dat niet moet: “Chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn niet één op één te vervangen door één alternatief”. Voor de teelt van planten moet het gehele systeem van plantengroei worden beoordeeld en zal op verschillende plaatsen in dat systeem een mogelijkheid moeten worden gevonden om bij te sturen.

Verdedigen en beschermen

De definitie van weerbaar is dan “het vermogen van de plant om zicht te verdedigen tegen ziekten en plagen”. De randvoorwaarden zijn dan dat de planten de kans moet krijgen om zichzelf te verdedigen en dat er snel gereageerd wordt op verstoringen zodat herstel in een vroeg stadium mogelijk is. Het gereedschap dat daarvoor beschikbaar is, is genetische afweer in de vorm bijvoorbeeld resistentie. Ook de fysieke afweer van de plant in de vorm van een waslaag of een celstructuur is een weerbaarheidsaspect.  Actieve weerbaarheid is de chemische afweer door planteigen stoffen. En de inzet van het ‘immuunsysteem’ van de plant. Het imuunsysteem kent drie methoden zoals in het kader omschreven.

Cry for help

Een aanvullend principe is de ‘communicatie’ in de plant. Daarbij is er een soort SOS systeem waarbij de plant hulp inroept als er indringers of schadelijke organismen worden gesignaleerd. Deze ‘cry for help’ actie activeert plantprocessen maar ook bodemprocessen. In die bodemprocessen worden planten geholpen door bodemorganismen om stoffen te leveren die de schadelijken buiten kunnen houden. Voor de drang om te groeien is er een vergelijkbaar signaal. Gunstige omstandigheden vragen om mineralen en hormoonproductie in de plant. Dit ‘groeisignaal’ roept op om mineralen en planthormonen te maken en deze te transporteren naar de productie eenheid, de bladeren.

Het gebruiken van deze processen gaat verder dan geïntegreerd plaagbeheersing. Weerbaar telen is geintegreerd gewas management. Van IPM (Integrated Pest Management) naar ICM (Integrated Crop Management).

Wetgeving

Een uitdagend perspectief en daar zijn een aantal maatregelen voor beschikbaar die uiteraard in wetgeving is geformuleerd. Zoals vaker is wetgeving redelijk star en dat betekent dat definities belangrijk zijn om de maatregelen in de juiste kaders van wetgeving te plaatsen. Naast wetgeving voor biologisch bestrijders (inheemse organismen zijn altijd toegestaan) zijn er twee relevante EU verordeningen. De ene is de meststoffen verordening en de andere de gewasbeschermingsverordening. De scheiding definieert Verberkt als volgt: “als er een claim wordt gelegd op bestrijding is het een gewasbeschermingsmiddel, als de claim voedend is of versterkend tegen a-biotische factoren (regen, zon, westenwind) valt de maatregel onder de mestoffenwet. Basisstoffen en laag risicostoffen waar een claim is voor werking tegen narigheid vallen onder de gewasbeschermingswet. Basisstoffen en laag risicostoffen moeten, een aangepaste, toelatingsprocedure door lopen. Biostimulanten zijn in deze definitie meststoffen die de plant sterker maken tegen weersinvloeden. De inzet van micro organismen als bacteriën, schimmels of virussen zijn niet in de wet gedefinieerd en wordt beoordeeld op de claim die wordt gelegd op de werking van dit micro organismen.

Om de plantprocessen te helpen en beïnvloeden binnen de kaders van de wetgeving is een systeem benadering noodzakelijk. Daarbij moeten technologie, sterke planten, gezonde bodem en substraat, het juiste gereedschap en het inzicht van de teler op elkaar aansluiten. 

Doorgebroken

De presentatie van Harrie Pijnenburg van Delphy liet de praktische toepassing van weerbare telen zien. Afgelopen twee jaar zijn er 11 schimmelmiddelen nieuwe op de markt geïntroduceerd. Daarvan zijn er drie chemisch. Van de 10 nieuwe geïntroduceerde insectenoplossingen zijn er eveneens drie chemisch.  Pijnenburg constateerde daaruit dat de groene middelen zijn doorgebroken.

Weerbaar telen is de route geworden voor het teeltsysteem van de nabije toekomst. Dat vraagt een nieuwe oriëntatie van de teler. Immers de kennis van plantprocessen is in een weerbaar systeem veel belangrijker en veel intensiever dan in de teeltmethode zoals die de afgelopen 70 jaar is ontwikkeld. Helderheid in definities helpt om verwarring te voorkomen. En inspanning van fabrikanten om gereedschap te ontwikkelen is nodig. Tijd om het nieuwe gereedschap te leren gebruiken is een essentiële randvoorwaarde in toepassen van een weerbaar teeltsysteem. 

 

Immuunsysteem van planten

Wondgenezing (WIR)

Afweer door wondvorming is in de literatuur bekend als Wound-Induced Resistance (WIR). Een wond veroorzaakt door insecten en schimmels maar ook door wind of wrijving zorgt er voor dat de plantencel zowel afweer als reparatiestoffen maakt. 

Eigen weerstand (SAR)

Een andere systeem dat de plant beschermt is resistentie die de plant zelf heeft opgebouwd nadat schadelijke organismen de plant hebben aangetast. In dit systeem blijven de aangemaakte antistoffen in de plant aanwezig. De literatuur spreekt over Systemic Acquired Resistance (SAR): systemisch verworven weerstand. 

Ingebrachte weerstand (ISR)

Het derde systeem is geïnduceerde resistentie. Hier spreekt men over Induced Systemic Resistance (ISR). In dit systeem wordt resistentie opgebouwd door het toevoegen van stoffen vanuit andere organismen. Ook deze afweerroute is systemisch wat wil zegen dat de opgebouwde antistoffen in de plant aanwezig blijven.

I

Deel dit bericht