Planning en kennis is de rode draad in het gesprek dat Van de Grond heeft met Johan Brooijmans. Brooijmans is teeltspecialist bij Agrifirm in Zuid Nederland en het gesprek gaat over de uitdagingen in de preiteelt. Uitdagingen zijn er op gebied van trips, mineralen, roest, preivlieg en water. Én constateert Brooijmans: “We zitten op de grens van wat mogelijk is”. Daarbij is het perspectief op de korte termijn niet gunstig. 

Trips

De beheersing van trips leunt op de inzet van Vertimec en Tracer. Pyrethroïden zijn mogelijk maar worden vermeden, omdat inmiddels wel duidelijk is dat daarmee niet alleen de trips maar ook de natuurlijke vijanden worden gedood. Nu duidelijk is geworden dat ook Vertimec binnen enkele jaren verdwijnt, blijft dus alleen Tracer over. En dat is niet alleen te beperkt maar ook erg risicovol. De kans dat er resistentie optreedt, is enorm groot. Vooralsnog heeft Brooijmans nog geen aanwijzingen dat er resistentie is van trips tegen Tracer maar dat zegt niets over de nabije toekomst. 

Gezocht wordt naar alternatieve methoden om de trips te beheersen. Brooijmans is betrokken bij een aantal initiatieven. Eén van die initiatieven is een project waarbij bankerfields tussen de preiplanten worden geplant of gezaaid en waarin roofwantsen worden uitgezet. Roofwantsen zijn natuurlijke vijanden van trips. De bankerfield biedt gunstige omstandigheden voor de roofwants zodat deze een bescherming vindt en zich kan vermeerderen.

Het gebruik van groenbemesters als voorvrucht om natuurlijke vijanden te behouden en te stimuleren is een ander voorbeeld dat Brooijmans aanhaalt. In een gezamenlijk project met WUR Vredepeel en IPM Impact wordt Phacelia als voorvrucht gezaaid. In het project wordt gekeken wat het effect is van het inwerken van Phacelia op de populatie nuttige bodeminsecten. Het idee erachter is dat de populatie nuttige bodeminsecten kan worden verhoogd door kort voor de teelt van prei een geslaagde groenbemester in te frezen. De resultaten laten een positief beeld zien. Er worden meer kortschildkevers, loopkevers en bodemroofmijten waargenomen en de tripsaantasting is lager. Deze mogelijkheden zijn beloftevolle onderzoeksrichtingen waarin een begin is gemaakt voor het aantonen van een werking. 

Water

Een preiplant die lekker groeit is minder vatbaar voor trips en ziekten. Een van de essentiële voorwaarden voor groei is de beschikbaarheid van voldoende en goed water. Door de klimatologische weersveranderingen worden droge zomers eerder gewoonte dan uitzondering. Hoe hiermee om te gaan? Brooijmans ziet nog weinig initiatieven om bijvoorbeeld met dripirrigatie aan de gang te gaan. Waarschijnlijk te veel praktische bezwaren met slangen leggen, opruimen en problemen met schoffelen en aanaarden. Toch lijkt dripirrigatie wel degelijk perspectieven te bieden. Met dripirrigatie kan efficiënter met water en mineralen worden omgegaan. Dit geeft een egalere groei en dus een vitale plant.

Onderzoek en nieuwe kennis

Brooijmans verwijst weliswaar naar Nederlands onderzoek maar geeft aan dat het onderzoek in België een grotere bron van kennis is. Veel onderzoek naar onder andere roest, rassen, trips en preivlieg. wordt in België nog uitgevoerd en voor een groot deel door de overheid gefinancierd. “Dat missen we in Nederland.” Agrifirm voert daarom zelf onderzoek uit; zoals afgelopen jaar naar beheersing van roest en naar de inzet van biostimulanten. Voor roest lijkt er een effectief middel in de pijplijn te zitten. De inzet van biostimulant Optysil geeft een gunstig effect op hitte en droogte stress. De objecten met Optysil zien er in de proef vitaler uit, zo is Brooijmans opgevallen afgelopen jaar. 

Stikstof

Ook op gebied van bemesting zit de preiteelt op de rand van wat mogelijk is. Eigenlijk zijn de normen te scherp om een goede preiteelt te realiseren. Omdat de stikstofnorm een bedrijfsnorm is, krijgen de telers het kloppend op bedrijfsniveau door te besparen op de stikstofgift bij andere gewassen en deze in te zetten voor de preiteelt. Wel ziet Brooijmans steeds meer inzet van compost en het gebruik van langzaamwerkende meststoffen. Compost levert organische stof aan de bodem en maakt de bodem weerbaarder, de bodemvruchtbaarheid en het waterbufferend vermogen worden vergroot. Door mineralisatie van de organische stof wordt stikstof nageleverd waardoor de preiplant een extra hoeveelheid stikstof kan opnemen naast de gift. Langzaam werkende meststoffen vragen de nodige aandacht: de stikstof komt gedoseerd vrij en op die dosering moet ook de preiteelt worden afgestemd. Met de inzet van Entec is inmiddels ruim ervaring en Brooijmans is van mening dat Entec op een goede manier kan worden ingezet en zorgt voor een meer efficiënte opname en minder stikstofverlies  als gevolg van uitspoeling. Ook de inzet van Tagetes als groenbemester kan bijdragen aan een verhoging van de bodemweerbaarheid. Tagetes is in Nederland bezig aan een opmars. Een geslaagde teelt van afrikaantjes schoont de populatie van het aaltje Pratylenchus penetrans (Pp) op. Investeren in de bodem is belangrijker dan ooit geworden. 

Techniek

De mogelijkheden om onkruid te bestrijden liggen dichter bij de praktijk. Sterker nog: “de inzet van wiedeggen, camera gestuurde en GPS gestuurde schoffels is in de praktijk heel goed in te zetten. Veel telers hebben deze stap dan ook al gemaakt” signaleert Brooijmans. Ook systemen als spotspray die op basis van onkruidherkenning gericht een bestrijding kunnen uitvoeren, zijn op dit moment al praktisch inzetbaar. Ook hier geldt, het juiste moment en een strakke planning is randvoorwaarde voor een goed resultaat.

De perspectieven voor de preiteelt op de lange termijn lijken gunstig. Echter de druk van de regelgeving (denk aan rustgewassen vanuit GLB en 7e APN) en de ondoordachte terugtrekking van middelen (zoals het verbod GBM in grondwaterbeschermingsgebieden) maakt het op de korte termijn lastig. Het overbruggen van de korte termijn is wellicht de grootste berg te nemen. Telers zijn zich bewust dat investeren in goede grond steeds belangrijker wordt; er is meer dan ooit aandacht voor inzet van de juiste groenbemester, verhoging van de bodemvruchtbaarheid door inzet van onder andere compost en investeren in alternatieve methoden om onkruid mechanisch aan te pakken. Meer en meer komt het aan op vakmanschap in combinatie met organisatievermogen. Adviseurs als Brooijmans bieden daarbij altijd een luisterend oor en zijn een goed klankbord.

Agrifirm

Jouw groenteteelt is ons specialisme. Voor het succesvol telen van vollegrondsgroenten zijn er veel regels, voorwaarden, variabelen en ontwikkelingen om mee om te gaan. Goed kwalitatief advies is essentieel en vraagt om specialistische kennis. Samen werken we aan het beste rendement voor de telerKijk voor onze groentespecialist bij jou in de regio op www.agrifirm.nl 

Deel dit bericht