“Voeten op de grond” typeert Harrie Vreman de aanpak van Pootaardappelacademie in Flevoland. Vreman is de begeleider van de activiteiten van de Pootaardappelacademie in Flevoland en beschrijft de activiteiten en de focus van dit kenniscluster. De oorsprong van de Pootaardappelacademie is een netwerk van pootgoed telers die kennis uitwisselen en nieuwe kennis ontwikkelen. In eerste instantie met financiele ondersteuning van allerlei partijen maar sinds drie jaar volledig op eigen kracht. Dat heeft er toe geleid dat de vijf regionale Pootaardappelacademies hun eigen invulling geven aan de activiteiten en hun eigen keuzes maken in de begeleiding. Belangrijke constatering en essentiele randvoorwaarde voor succes is financiering door de leden. Financiele betrokkenheid van de leden zorgt voor focus en een praktische uitvoering.
Wisselwerking
Vreman begeleidt namens LTO Noord de Flevolandse Pootaardappelacademie waarbinnen vijf expertisegroepen opereren. Deze expertisegroepen verdiepen zich in een thema door te experimenteren op het eigen bedrijf maar ook door onderzoek aan te zwengelen. De expertisethema’s zijn teelt en tal, teelt en diverse, bewaring en ziekte en plagen.
Jaarlijks worden de thema’s vanuit de expertisegroepen voor alle leden toegelicht en wordt de focus voor het komend jaar besproken.
De activiteiten van de Pootaardappelacademie hebben een zinvol bijeffect in topsectorprogramma’s. De programma’s ‘Vector & virus’ en ‘Weet’ over bodeminsecten hebben contact gezocht met de Pootaardappelacademie om ideen vanuit de praktijk te gebruiken in de onderzoeken. Door deze aansluiting ontstaat er een leerzame wisselwerking waarbij topsectorprojecten praktische input krijg en de leden van de Pootaardappelacademie direct inzicht hebben in onderzoeksresultaten. Daarmee hebben de leden een kennisvoorsprong. Vreman benadrukt dat de praktische inbreng noodzakelijk is. Topsectorprogramma’s kennen een logge structuur door de hoeveelheid deelnemers en complexiteit van onderzoeken. Aansluiting bij de juiste praktijknetwerken is door de logge structuur weerbarstig maar wel noodzakelijk om de resultaten praktisch te vertalen.
Ondernemers
De eisen aan pootgoed worden hoger en de kennisontwikkeling gaat steeds sneller. Daarnaast is er geen eenduidige route meer voor het ontwikkelen van nieuwe kennis. Door deze veranderende omstandigheden moeten pootaardappeltelers op zoek naar nieuwe kennis en naar mogelijkheden om, behalve de vaktechnische kennis, ook andere vaardigheden zoals management en ondernemerschap verder te ontwikkelen. Op vele plaatsen is deze kennis beschikbaar; bij ondernemers zelf, maar ook bij onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven, maar deze kennis is niet altijd even toegankelijk en beschikbaar voor telers en/of voldoende afgestemd op de vraag van de praktijk. De invulling in deze omstandigheden gebeurt via de Pootaardappelacademie.
Samenwerken
De regionale Pootaardappelacademies zijn zelfstandig en sluiten aan bij regionale thema’s en regionale uitdagingen. Voor de Pootaardappelacademie in Flevoland komt dat naar voren in de thema’s van de expertisegroepen. De netwerkstructuur leunt op diverse samenwerkingen.
Bedrijfsleven
Voor een goedwerkende Pootaardappelacademie is commitment vanuit het bedrijfsleven nodig. Ook het bedrijfsleven wordt gevraagd om zich te verbinden aan het kennisnetwerk Pootaardappelacademie. Met het bedrijfsleven worden, naast de NAO-leden, alle bedrijven in de periferie en in de pootaardappelkolom bedoeld, van toelevering en verwerking tot adviesbureaus. Binnen de Pootaardappelacademie is het bedrijfsleven betrokken door het volgen van bijeenkomsten, leveren van deskundigheid en samenwerking bij activiteiten en begeleiding van netwerken en niet onbelangrijk sponsering. De leveranciers van producten en diensten zullen ad hoc aanwezig zijn tijdens de bijeenkomsten. Hun inbreng is noodzakelijk om een deel van de vragen te beantwoorden. Het bedrijfsleven krijgt hiermee de mogelijkheid om kennis te delen en te netwerken.
Pootgoedketen
Afnemers binnen de pootaardappelketen kunnen samen met de telers belangrijke onderwerpen op onderdelen verder uitdiepen; zij zijn nadrukkelijk gebaat bij een hoog kennisniveau bij de telers over de relevante onderwerpen. Aansluiting bij een expertisegroep gaat gepaard met een sponsorbijdrage. Alle sponsoren zijn welkom bij de themabijeenkomsten.
Onderzoek
De Pootaardappelacademie biedt voor onderzoek het platform om onderzoeksresultaten doelgericht te verspreiden en te implementeren (via de leeractiviteiten). De Pootaardappelacademie en de interactie met ondernemers prikkelt onderzoekers de informatie praktisch en gemakkelijk te verspreiden. Vragen van ondernemers/innovators kunnen gebruikt worden om onderzoeksvragen voor fundamenteel- en praktijkonderzoek te initiëren. Daarnaast zullen er ad-hoc vragen komen om op locatie onderzoek te doen. De ondernemersnetwerken zijn een voedingsbodem voor innovaties. Vragen vanuit netwerken kunnen vertaald worden naar onderzoeksvragen, die vervolgens via de programmeringsstructuur naar BO akkerbouw worden gebracht. In de Pootaardappelacademie zijn de afgelopen jaren al verschillende onderzoeksvragen van pootgoedtelers vertaald naar praktijkproeven met als voorbeelden “de optimalisatie van de teelt van miniknollen” en “de vloeibare rijenbemesting in pootgoed”. Aansluiting met WUR projecten als “Vector en luisbestrijding” en “Weet van insecten – bodeminsectenplagen” past bij de ambities van de Pootaardappelacademie.
Onderwijs
Akkerbouwonderwijs zoekt naar nieuwe wegen voor onderwijsinvulling. Speerpunten hierbij zijn ‘vernieuwing’ en ‘praktijkleren’. Daarnaast is de praktijk door schaalvergroting op zoek naar goedgeschoolde medewerkers.
In kleine sectoren van het agrarisch onderwijs is te weinig kritische massa op de afzonderlijke AOC’s en HBO’s aanwezig om volgens de kwaliteitsstandaarden van het bedrijfsleven opleidingen te kunnen verzorgen. In het kader van hun studie is het zinvol dat studenten participeren in ondernemersnetwerken. Hier volgen praktijkopdrachten uit die ondersteunend zijn aan de nieuwe invulling van onderwijs, het praktijkleren. Studenten kunnen onderzoek doen en informatie verzamelen, ondersteunend aan voortgang en te behalen doelstelling van het netwerk. Samen met het onderwijs worden oplossingen gezocht die passen bij de onderwijsprogrammering in de vorm van stages, afstudeeropdrachten, maken van verslagen van bijeenkomsten en uitwerken van evaluaties van bijeenkomsten ingezet. De school beloont een deel van deze prestaties van leerlingen met studiepunten.
Virtuele netwerken
In de afgelopen periode heeft de Pootaardappelacademie gebruik gemaakt van een eenvoudige website om informatie breed te verspreiden. Verschillende voorbeelden uit de praktijk leren echter dat kennisuitwisseling en innovatie via het digitale netwerk een extra impuls krijgen. Inmiddels heeft de Pootaardappelacademie een eigen ruimte op www.akkerbouwnet.net. Daar staat informatie en indien nodig wordt daar actuele informatie gedeeld. Via de QR code op deze pagina Pootaardappelacademie te vinden.
De Pootaardappelacademie is bij uitstek een voorbeeld van netwerken met een praktijkbasis. Kennisuitwisseling vanuit de praktijk en daardoor nieuwe kennis opbouwen is noodzakelijk om te overleven als pootgoedteler. Als teler zelf verantwoordelijkheid nemen en je niet afhankelijk maken van projectfinanciering maakt dat de Pootaardappelacademie Flevoland een stabiel basis heeft voor de ontwikkeling van praktische kennis.