Niels Botman zit nog maar kort op zijn nieuwe plek maar hij voelt zich al helemaal in z’n element. De technical sales representative bloemkool en broccoli van Syngenta was in zijn vorige functie al betrokken bij de aanleg en onderhoud van bloemkoolproeven. En thuis kreeg hij van jongs af aan te maken met de teelt. Zijn ouders hadden een vollegrondsgroentenbedrijf in West-Friesland met bloemkool en broccoli. “Het is me met de paplepel ingegoten”, grijnst hij. “Dat gewas ligt me echt aan het hart.”
Uitdagingen
Niels heeft vrijwel dagelijks profijt van zijn eigen ervaring met de bloemkoolteelt. “Ik ken de uitdagingen”, beaamt hij. “In de bloemkool is de planning natuurlijk altijd een heet hangijzer. Nattigheid en hitte kunnen grote invloed hebben. Ik help telers graag met een plantschema als ze dat willen. En ‘s winters evalueren we dat. Maar ook op het gebied van bemesting of gewasbescherming kunnen ze bij me terecht. Of met vragen over een geschikte voorvrucht. Ik vind het leuk om mee te denken over een betere teelt. En als er een probleem is, bijvoorbeeld met plantgoed, kunnen ze ook bij me aankloppen.” Zijn betrokkenheid bij de bloemkoolteelt is ondertussen niet onopgemerkt gebleven. “Ik krijg positieve reacties van de telers”, besluit Niels.
Wit blijven
Contacten met telers zijn een belangrijk onderdeel van Niels’ takenpakket. Behalve voor advisering over rassenkeuze en de teelt gebruikt hij die contacten
ook om (toekomstige) wensen van de klant ‘op te hengelen’ zoals hij dat noemt. “Een ras dat zonder dekken toch een mooie witte kool geeft, dat is de droom van elke bloemkoolteler”, zegt Niels. “Daar steken onze veredelaars momenteel veel energie in. We hebben al wel een paar witblijvende rassen bij Syngenta, maar de witheid kan altijd intenser en constanter. Onze veredelaar is enthousiast en er komen nieuwe rassen aan, kan ik al wel verklappen.” Het bestaande new-white ras Andromeda heeft zich inmiddels een plek op de markt veroverd. “Die doet
het uitstekend als mini- of midikooltje en blijft dan ook mooi wit.”
.
Knolvoet
In het gangbare segment (dus bloemkool die gedekt moet worden) is Clarina al jaren de topper van Syngenta. Dit populaire ras combineert een
knolvoetresistentie met een zeer goede koolkwaliteit.”Er zijn zelfs telers die geen knolvoet hebben en toch Clarina planten vanwege de kwaliteit”, lacht Niels. Ook de betrouwbaarheid speelt volgens hem een belangrijke rol. “Clarina is sterk onder zowel natte als droge omstandigheden. Maar eigenlijk is betrouwbaarheid een kenmerk van al onze rassen.
De andere grote rassen van Syngenta hebben allemaal hun eigen specifieke kenmerken. Niels somt ze moeiteloos op: “Onze Aerospace doet het goed in het voorjaar en is een krachtige groeier. Hij snijdt licht en dekt makkelijk door z’n rechtopstaande blad. De Guideline is een echt zomerras; hij is hittetolerant en houdt zich goed
aan z’n groeidagen. Er zal niet zomaar een gat in je planning vallen.” Voor de zomerteelt licht Niels de Cleozil er graag nog even uit. “Die kan mooi voor de Clarina en is ook knolvoetresistent.”
Kennisonderhoud
In zijn functie is het actueel houden van zijn rassenkennis cruciaal voor Niels. Contacten met collega’s en het volgen van proeven spelen daarbij een belangrijke rol. “We hebben intensief contact binnen ons Europese bloemkoolteam. Ook gaan we regelmatig met het hele team proeven langs. Je leert overal weer wat. Zo ligt in België heel sterk de nadruk op de industriebloemkool terwijl Nederlandse telers voornamelijk voor de verse markt telen.” Behalve de eigen (interne) proeven in binnen- en buitenland mag Niels ook graag ringproeven bezoeken. “Daar staan dan nieuwe nummers van elke zaadfirma die mee wil doen bij een teler op het perceel. Onder praktijkomstandigheden dus. Je komt er nieuwe rassen en medewerkers van de concullega’s tegen. Heel leerzaam allemaal.” Contacten met de handel vindt Niels ook het investeren waard. “Niet alleen telers maar ook afnemers hebben wensen. Dus daar leg ik graag mijn oor te luister.” En ook de biologische bloemkoolteelt heeft zijn aandacht. “Het is maar een klein segment, maar ik hou het goed in de gaten.”