Beregenen met behulp van irrigatie lijkt voor de uienteelt een reëel toekomstbeeld te zijn. Uien hebben nu eenmaal water nodig op het moment dat het weinig regent in Nederland. Daarnaast is verzilting in grote delen van Nederland een toenemend probleem. Irrigatie leidt tot minder watergebruik en met irrigatie is meer sturing mogelijk om op het juiste moment water te geven. Geen wonder dan ook dat binnen Uireka uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden van irrigatie. 

Droog

Sinds 2018 wordt onder dreiging van klimaatverandering en verzilting steeds vaker nagedacht over het beregenen van uien op een zo efficiënt mogelijke manier. 2018 was een extreem droog jaar waarbij opbrengsten van slechts 10 ton per hectare geen uitzondering waren. De jaren die daarop volgden kenden eveneens lange droge perioden en daardoor werd de behoefte om zuinig met zoet water om te gaan alleen maar groter. In 2019 is de eerste demo proef met druppelirrigatie aangelegd op Proefboerderij Rusthoeve. Deze goede ervaring is omgezet naar een grotere proef in 2020 waarbij het doel was om zo efficiënt mogelijk met water om te gaan in de teelt van uien. De jaren 2021 en 2022 zijn vervolgens benut om het systeem van druppelirrigatie te verbeteren en te optimaliseren.

Proefopzet 

In de proef werden objecten aangelegd op basis van verschillende hoeveelheden watergiften (33, 59 en 96 mm), zaaisystemen (4 rijtjes en 8 rijtjes op een bed van 1,5m), het toepassen van brak water (EC4) en bovenover beregenen. Gedurende het seizoen van 1 mei tot en met 15 augustus is er 132mm regen gevallen. Dit markeerde de zomer van 2022 als extreem droog. De hoeveelheden water per object, zijn door de werkgroep Uireka in februari, voorafgaande aan het groeiseizoen, vastgesteld. 

De proef met druppelirrigatie werd uitgevoerd met 8 objecten. Deze behandelingen varieerden in de hoeveelheid water, het aantal zaairijen op 1 bed, de EC waarde en een vergelijk tussen druppelirrigatie en boomirrigatie. De hoeveelheden water per object zijn in februari, voorafgaand aan het groeiseizoen, vastgesteld. De proef is uitgevoerd bij het UIKC op Proefboerderij de Rusthoeve te Colijnplaat. Het zoute water zit in die regio erg dicht onder het maaiveld. Beregenen met oppervlakte water is daarom geen optie in dit gebied. Een aangelegd waterbassin op de proefboerderij vangt het regenwater in de winter op, zodat dit water in de zomer gebruikt kan worden. Mocht dit niet genoeg zijn, dan wordt het waterbassin aangevuld met aangevoerd water met een EC van max. 1. Het perceel bestaat uit zware zavel grond (27% afslibbaar) en heeft zoetwater toevoer vanaf het waterbassin. 

Aanleg

Voor de aanleg van de druppelirrigatie is een machine ontworpen. De kouters aan de machine leiden de slangen de grond in op een diepte van ongeveer 3 cm. De rollen voor en achter zorgen dat de slangen goed bedekt werden en ook dat op stugge plekken (verdichting) en bij wisselende percentage afslibbaarheid, de slangen op een contante diepte werden gelegd. Doordat deze zware machine steunt op een rol voor en achteraan, is een contante diepte te realiseren. Daarom is besloten om de slangen te plaatsen vóór het zaaien, waardoor het zaaien niet beïnvloed zou worden en daarmee mogelijk de opkomst. De slangen bij twee objecten zijn gepositioneerd tussen rij 2 en 3, en 6 en 7. Bij de objecten waar met 4 rijtjes is gezaaid liggen de slangen tussen 1 en 2, en 3 en 4. 

Conclusies 

2022 kan gezien worden als een extreem droog jaar waarbij in de periode 1 mei tot en met 15 augustus maar 132 mm regen is gevallen. De proef waarbij met behulp van druppelirrigatie en boomirrigatie water is toegepast liet daarom duidelijke verschillen zien. 

De opbrengst en aantal bollen is bij de objecten met het meest gegeven water het hoogste. Ook de gemiddelde sortering is bij de objecten met het meest gegeven water het grofste. Het toepassen van water met een EC 4 heeft in deze proef geen opbrengstderving laten zien t.o.v. het object met dezelfde hoeveelheid water. Eerder een positief effect op de opbrengst en aantal bollen maar niet op de gemiddelde sortering. 

Wanneer men kijkt naar de efficiëntie van de watergift blijkt het object met het water in het begin van het seizoen de meeste kilo’s te hebben gegenereerd per gegeven mm. De boomirrigatie is inefficiënt ten opzichte van druppelirrigatie. Wel zorgt het bovenover beregenen voor meer opbrengst, meer bollen per ha en iets grovere sortering ten opzichte van niet beregenen. In deze proef kan niet gezegd worden dat bij 96 mm water de maximale opbrengst gehaald is. 

Voor het toepassen van druppelirrigatie in deze proef blijkt dat de eerste giften water hebben gezorgd voor de grootste slag in opbrengst en aantal planten. De giften die daarna zijn gegeven hebben gezorgd voor de grofte van de uien en daarmee dus ook uiteindelijke netto opbrengst. 

Bron: Uireka

[]

Deel dit bericht