In 2023 zijn twee Schoon Water telers, Adrie van Aert en Martijn Hendrickx, gestart met een alternatieve methode om (tabak)trips te bestrijden in de prei. Gangbare middelen verliezen hun toelating of hun werking. Het is een zoektocht naar goed werkende technieken tegen trips. Samen met Guido Sterk van IPM Impact zijn de telers aan de slag gegaan met facelia die diverse natuurlijke bestrijders van de trips aantrekt. Hoewel er slechts resultaten zijn van één jaar, zijn de ondernemers enthousiast en willen hier in 2024 mee verder. Ze hebben in 2023 niet of eenmalig hoeven spuiten tegen trips. 

Voordelen van facelia 

Guido Sterk heeft diverse planten ingezet als ‘bankerplanten’ voor de bestrijding van trips en is tot de conclusie gekomen dat facelia daarin een goede keuze biedt. De plant is zeer nachtvorstgevoelig, waardoor deze doodvriest in de winter en er ‘schoon’ gestart kan worden in het nieuwe seizoen. Het heeft een hoge aantrekkingskracht van nuttige (bodem)insecten, zoals kortschildkevers en gaasvliegen. Deze insecten zorgen voor een natuurlijke bestrijding van de trips. Bovendien trekt facelia tijdens de bloei ook veel bestuivers aan. 

Bijkomende voordelen van facelia zijn: 

  • Niet winterhard, voorkomt opslag in de nieuwe teelt 
  • Natuurlijke bodemverbeteraar door intensieve beworteling 
  • Aanvoer van organische stof in de bodem 
  • Onderdrukt onkruid door snelle bodembedekking, minder herbicidengebruik 

Facelia als voorvrucht of tussen de prei 

Hendricx heeft facelia als voorvrucht over het gehele perceel ingezaaid. Op 19 april heeft de ondernemer runderstalmest uitgereden en op 20 april gespit en facelia gezaaid. De facelia kwam mooi tot bloei en is vaak door voorbijgangers op de foto gezet. Op 26 juni is deze geklepeld en ingewerkt. Dit was iets aan de late kant, aldus Hendricx. Het beste is om zo’n 7-10 dagen na de bloei te klepelen om nakiemers in het volggewas te voorkomen. 

Adrie van Aert heeft de facelia niet vooraf volvelds ingezaaid, maar heeft om de 16 meter twee stroken met facelia ingezaaid tussen de prei. Bij van Aert stond herfstprei in mei-juni en bij Hendrickx stond late prei die eind juli geplant is.

Aantallen trips en natuurlijke vijanden 

Op de percelen van Hendrickx en Van Aert zijn verschillende tellingen uitgevoerd. Er is meerdere keren visueel gescout op de aanwezigheid van trips, daarnaast zijn er monsters genomen van trips en natuurlijke vijanden in de prei (bovengronds) en monsters van trips, nuttige en overige bodembeestjes in de bodem. Dit is gedaan in de facelia, naast de facelia (in de prei) en midden in de prei. 

Kortschildkever

Op de percelen van beide ondernemers zijn verschillen in aantallen trips en natuurlijke vijanden in de bodem en op de planten gevonden. Bij beide ondernemers waren de aantallen trips (boven- en ondergronds) aan de lage kant, hoewel bij van Aert de aantallen wat hoger lagen. Daarbij waren bij Hendrickx meer bodembeestjes (o.a. kortschildkevers en roofmijten) aanwezig. Dit kan erop duiden dat de bodembeestjes de trips goed weten te bestrijden. Bij van Aert waren meer natuurlijke vijanden op de prei aanwezig. Dit zijn, aldus Guido ‘de puinruimers’ die aangetrokken worden door de schade van in dit geval de tabakstrips. 

Rooftrips

Beestjes zijn niet per definitie slecht constateert Hendricx: Hoe meer je erop let, hoe meer je ook ziet. Zo had Martijn Hendrickx op een gegeven moment deze ‘rooftrips’ gefotografeerd. Deze trips brengt geen schade aan het gewas, maar eet wel de schadelijke trips op. 

Zo zijn er veel meer tripssoorten en ook andere soorten die geen schade aanbrengen en soms zelfs de schadelijke beestjes opruimen. Daarom is het heel belangrijk om te weten (en scouten) of er daadwerkelijk sprake is van plaaginsecten. 

Plaaginsecten in de bodem 

Met trips en veel andere plaaginsecten, vind een deel van de levenscyclus van het insect plaats in de bodem. De aanwezigheid van een goed bodemleven inclusief o.a. bodemkevers en -mijten is daarom van belang. Dit zijn veelal de beestjes die zorgen voor een goede balans met lage aantallen van de plaaginsecten. Dit zijn dan ook de beestjes die je graag wil hebben in je perceel. Guido Sterk: ‘De ‘vliegende’ insecten worden vaak aangetrokken op het moment dat de plaaginsecten daadwerkelijk een plaag worden. Dan ben je eigenlijk al te laat.’

Op naar 2024 

De uitspraak van Guido ‘we hebben kilogrammen kwaliteit oogst nodig, niet kilogrammen van natuurlijke vijanden in ons gewas’ is in overeenstemming met de behaalde resultaten van 2023. Maar één jaar is geen jaar en elk jaar is anders. Daarom gaan we in 2024 opnieuw aan de slag met de bankerplanten van facelia in de prei. 

Uiteindelijk heeft Hendrickx niet gespoten tegen trips op dit perceel. Hier stond ook late prei, waar over het algemeen wel minder tripsschade in komt te zitten. Toch komt het niet vaak voor dat telers niet spuiten. Bij van Aert is er 1x gespoten met Tracer. 

Veldproef met kweekemmers van Klep 

Bij Martijn Hendrickx lag naast de Schoon Water proef, ook nog een proef van Klep Agro waarbij kweekemmers met kortschildkevers (atheta’s) uitgezet zijn. Deze emmers en de toepassing ervan is ook nog in de ontwikkelingsfase. Komend jaar wordt deze proef uitgebreid met nog 6 nieuwe telers. Het voordeel van het uitzetten van de kweekemmers is dat de kortschildkevers constant blijven voortplanten en constant uit de emmers lopen op zoek naar trips. De praktische toepassing van de emmers in het veld wordt de komende jaren verder uitgewerkt.

Deel dit bericht