Mooi gesprek had ik laatst met een bemestingsspecialist van één van de gewasbeschermingsleveranciers. Hij was op bezoek geweest bij een van de grote chemie bedrijven mijn vraag natuurlijk was wat hij daar als bemestingsspecialist zou moeten leren. Zijn antwoord stemt tot nadenken.
“Gewasbescherming en bemesting zijn geen afzonderlijke grootheden. Het groeien van planten door meststoffen heeft alle effect op het ontwikkelen van ziekten die dan weer moeten worden bestreden.” En dat is een verhelderend gedachte.
We zijn opgeleid en opgegroeid in een tijdsbestek waar we hebben geleerd om ziekten en plagen te bestrijden. En we hebben alle mogelijkheden daarvoor benut. Planten groeien door kiemkrachtig zaad en voldoende mogelijkheden om stikstof te geven. En hebben afgelopen 50 jaar volledig gefocused op ziekten en plagen en het bestrijden daarvan.
We beschermen gewassen door ziektes te bestrijden en geven makkelijk opneembare voedingsstoffen zodat platen onbeperkt kunnen groeien.
Wellicht zitten we vast in een manier van denken en moeten we uit onze gewoonte. Dus niet meer kijken naar ziekten en plagen maar naar de plant en stimuleren van vitale plantengroei en weerbare gewassen en teeltsystemen. In dat geval zouden we moeten zoeken naar middelen die niet alleen de groei van planten stimuleren maar ook naar middelen die zorgen dat een plant weerbaar wordt. Daar zou een hele mooi ambitie aan kunnen worden gekoppeld die past bij de maatschappelijke acceptatie en die een beroep doet op het vakmanschap van de aardbeien en aspergeteler. Daar waar de maatschappelijke ambities spreken van minder afhankelijkheid van chemie zou de ambitie vanuit het vakmanschap kunnen zijn. “We bestrijden geen ziekten en plagen meer.” En ambities beschrijven een toekomstbeeld, in de weg daarnaar toe kan nog heel veel veranderen en worden bijgesteld.
Ulko Stoll