Zaaiuien is op het Noord Oostelijk zand een relatief nieuwe teelt. En een nieuwe teelt betekent nieuwe inzichten en nieuwe vragen. Vragen die aansluiten bij mogelijkheden en gewoontes binnen bedrijven. Loonbedrijf Schnieders uit Ter Apelkanaal teelt o.a. zaaiuien en is loonwerker voor mestverspreiding. In de zaaiuienteelt bemest Schnieders met varkensdrijfmest. In gesprekken met Delphy adviseur Gert Snippe komt de vraag naar voren of het toepassen van drijfmest ten koste gaat van de kwaliteit van de zaaiuien. En dat is een onderzoek waard.
Constante samenstelling
In een perceel zaaiuien aan de 2e Valthermond heeft Delphy een proefveld aangelegd waarbij toediening van 40 ton varkensdrijfmest wordt vergeleken met een standaard bemesting. De varkensdrijfmest is overigens de dunne fractie van de drijfmest. Schnieders heeft in samenwerking met de varkenshouders een systeem bedacht waarbij de mest in een silo rijpt en uitzakt waarna de vloeibare fractie in een tweede silo wordt gepompt. Deze bewerking garandeert een constante samenstelling van de drijfmest. 40 ton drijfmest is daarmee een mineralen gift van 90 kg stikstof, 40 kg fosfaat en 100 kg kali. Aan de hand van veldbeoordelingen en opbrengst en kwaliteit beoordelingen wordt beoordeeld of er verschillen zijn tussen de kunstmestobjecten en de drijfmest objecten.
Kostprijs
Als er geen verschil is dan is er een kostenbesparing mogelijk voor de drijfmesttoediening. Zeker in tijden waarin kunstmestprijzen toenemen en onvoorspelbaar zijn, kan een bemestingsstrategie met drijfmest aantrekkelijk zijn. Uiteraard zijn de resultaten van de proef pas aan het eind van de teelt te zien. Tijdens de open dag op 8 september zijn de adviseurs van Delphy beschikbaar om ook proeven die niet op het proefveld in Weerdinge te zien zijn toe te lichten. Daarbij zijn ook de proeven in uien de moeite waard om te bespreken.