Als het over de toekomst van gewasbeschermingsmiddelen gaat, komt regelmatig het begrip Low Risk middelen voorbij. Nu is de basis van dat idee, middelen met een laag risico, goed te snappen en is daar geen discussie over. In de Europese gewasbeschermingsverordening wordt Low Risk nadrukkelijk genoemd naast biologische middelen en gewasbeschermingsmiddelen. Het is de moeite waard om het begrip Low Risk wat verder te analyseren.
Vier soorten
Rond gewasbescherming zijn vier soorten stoffen te definiëren. Naast de bekende gewasbeschermingsmiddelen van synthetische herkomst zijn er biologische middelen, basisstoffen en low risk middelen. Biologische middelen moeten een goedkeuringstraject door in één van de lidstaten, bij instelling zoals het CTGB. Gewasbeschermingsmiddelen al dan niet biologisch worden op dezelfde wijze beoordeeld. Of middelen biologische zijn wordt bepaald door het FiBL. Deze werkt met een zogenoemde input lijst. Plaatsing op de input lijst betekent niet dat desbetreffende stof een toelating heeft als gewasbeschermingsmiddel. Pas bij toelating door het CTGB of een vergelijkbare instantie in Europa is de stof een gewasbeschermingsmiddel.
Huis- tuin en keukenmiddel
Een basisstof is niet ontwikkeld en toegelaten als gewasbeschermingsmiddel. Een basisstof is een stof voor een ander gebruik. Dit kunnen huis-, tuin- en keukenmiddelen zijn maar ook voedingsmiddelen. Plaatsing op de lijst van basisstoffen zegt niets over werking maar over de schadelijkheid van de stof.
Laag-risico
Zowel biologische als synthetische gewasbeschermingsmiddelen zijn getoetst op veiligheid voor het milieu. Low risk stoffen zijn getoetst op veiligheid voor milieu, mens en dier. En het beleid van de Europese Unie is er op gericht om de Low Risk stoffen versneld toe te laten. Low Risk stoffen zijn daarbij niet gedefinieerd als biologisch of synthetisch maar moeten een toetsing volgen. Bekende low risk stof is Contans tegen scleortinia Stoffen zijn goedgekeurd als laag-risico stoffen, wanneer ze voldoen aan speciale criteria. De Europese Commissie heeft deze criteria recent herzien om de identificatie van laag-risico stoffen te vereenvoudigen. Gewasbeschermingsmiddelen die alleen laag-risico stoffen bevatten zouden het voordeel moeten hebben van een versneld toelatingsproces om snel op de markt te komen.
De afgelopen jaren heeft zich een duidelijke trend ontwikkeld op het gebied van nieuwe stoffen: er is een stijgende lijn zichtbaar in het aantal micro-organismen en plantenextracten die nu circa 50% uitmaken van de lopende evaluaties.
Bron: CTGB (bewerkt)
FiBL
Het Research Institute of Organic Agriculture (FiBL) is een van ’s werelds toonaangevende instituten op het gebied van biologische landbouw. De sterke punten van FiBL liggen in haar interdisciplinair onderzoek, samen met boeren en de voedingsindustrie ontwikkelde innovaties, oplossingsgerichte ontwikkelingsprojecten en snelle kennisoverdracht van onderzoek naar praktijk. FiBL zet zich al lang in voor de internationale ontwikkeling van biologische landbouw, b.v. met de koepelorganisatie van de biologische landbouwbeweging IFOAM – Organics International. Voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten werkt FiBL samen met de Europese Unie (EU), de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en andere nationale en internationale instellingen.