“We zitten in het nieuwe nu” een conclusie die getrokken werd in de werkgroep bladgewassen van het topsectorproject duurzame bladgewassen en knolselderij. En dat ‘nieuwe nu’ heeft direct effect op de activiteiten binnen het project. Vier jaar geleden is het project opgezet om onderzoek uit te voeren naar mogelijkheden voor vergroening van het teeltsysteem. Daarin zijn twee doelen verwoord: het zoeken naar oplossingen in de teelt en daar waar het oplossingen niet mogelijk zijn dit te omschrijven en te gebruiken om derden te laten zien welke grenzen er zijn aan maatschappelijke wensen. 

Mislukkingen

In het eerste doel komen er voorzichtig resultaten maar het tweede doel, het beschrijven van de mislukkingen, wordt veel belangrijker. Vier jaar geleden was de maatschappelijke behoefte naar duurzaamheid door middel van vergroening een belangrijk gegeven. En gedurende de projectperiode is die behoefte nog steeds aanwezig maar er zijn zaken bij gekomen: de CO2 uitstoot moet gehalveerd dan wel verminderd worden, de voedselverspilling moet aangepakt worden, het eten moet betaalbaar blijven, de emissie moet omlaag en zo zijn er nog wel een aantal zaken die te maken hebben met energie, uitstoot, stikstof, CO2 enz. En daarbij de verwachting van politiek, klanten, en maatschappij dat deze zaken allemaal geregeld kunnen worden door transitie in de agrarische sector en het liefst komend jaar gerealiseerd. 

Hogere prijs

Dat gaat niet lukken. Vergroening van teeltmethoden betekent intensievere bewerking en daarmee een verhoging van de CO2 uitstoot. Verminderde voedselverspilling betekent beperking van het teelt areaal. Immers productie van 90% van de vraag betekent geen weggooi. Het gevolg is schaarste en dat betekent hogere prijzen. Emissie van mineralen omlaag betekent een lagere input en dat betekent een lagere opname efficiëntie en dat leidt tot lagere productie met dezelfde teeltmaatregelen dus per kg product een hogere CO2 uitstoot en een hogere prijs. 

Schandalig

De wensen die de samenleving stelt aan agrarische producten stelt, zijn tegengestelde eisen. Dat maakt dat de producerende teler onzeker is over de keuzes die hij moet maken en dat leidt onherroepelijk tot keuzes om te stoppen met het teeltbedrijf en andere dingen te gaan doen die minder dilemma’s opleveren. Het gevolg is minder product dat duurder is. En dan begeeft de maatschappij zich op of over de rand van voedselschaarste. Een schandalige situatie omdat juist in Nederland de productie van groente gewassen zuiver en gezond en efficiënt plaats vindt. Daarnaast is voedselschaarste voorkomen nu net het doel om ooit Europees samen te gaan werken. ‘Nooit meer honger’ was immers het uitgangspunt van de EEG. 

De verschillende partijen in de maatschappij wil dingen die tegengesteld zijn en legt het dilemma op het bord van de vollegrondgroentesteler. Begrijpen dat de teler specialist is en de beschikking heeft over kennis en vakmanschap is noodzakelijk. De teler de ruimte geven om zijn vakmanschap en kennis in te zetten om een gezond, lekker en veelzijdig product te laten maken voorkomt voedselschaarste en honger. Waardeer het vakmanschap van de teler en geef vertrouwen.

Deel dit bericht