Even met de neus in de cijfers duiken levert vernieuwde inzichten op. Tijdens de kooldag van Bejo Zaden afgelopen december toonde exportmanager Jolande Duineveld een aantal opvallende cijfers. De areaal ontwikkeling van de totale kool is wisselend. Maar het areaal bloemkool, broccoli en spruiten in de afgelopen 10 jaar toont een stabiel beeld. Het oogstvolume toont voor bloemkool en broccoli echter een stijgend cijfer. De cijfers zijn zelfs dusdanig dat er een andere verklaring voor moet worden genoemd dan alleen het weer. De oogstvolume cijfers van 2020 t.o.v. 2010 tonen een toename van 12% bloemkoolvolume en ruim 21% volume broccoli. In 2021 zet die ontwikkeling zich door met respectievelijk 22% en 30% volumegroei t.o.v. 2010.
Afstemming
De verklaring hiervan ligt niet in een nieuw assortiment rassen. De introductie van nieuwe meer productieve rassen gaat zeker niet zo snel als veredelaars zouden willen. De verklaring is waarschijnlijk tweeledig. Het ene deel van de verklaring is dat de kennis en kunde om de teelt tot een goed einde te brengen verder is geoptimaliseerd waarbij het percentage oogst van goede bloemkool en broccoli heeft kunnen toenemen. Dat is zeker een verklaring mede ook doordat de telers die nu bloemkool en broccoli telen juist telen omdat ze het vakmanschap van de teelt beheersen.
Het tweede deel van de verklaring is misschien wel van nog meer invloed. De afstemming met de markt is verbeterd. Daar waar voorheen nog wel eens percelen niet geoogst werden omdat de marktprijzen de kosten voor de oogst niet opbrachten, is het deel dat ‘gefreesd’ wordt de laatste jaren beduidend afgenomen. Blijkbaar zijn de telers beter in staat om de vraag en het oogstvolume af te stemmen met de afnemers. Daardoor blijft er minder achter.
Deze toename van de oogst is een ontwikkeling die de moeite waard is om uitgebreider te analyseren en ook te communiceren. Daar waar maatschappij inclusief belangenorganisaties op het standpunt staat dat het komende jaren met minder opbrengsten zou moeten, blijkt de realiteit dat hetzelfde areaal juist meer opbrengt. Voor een deel omdat de teelt is geoptimaliseerd maar voor een (groot) deel om dat de markt en de teelt dichter bij elkaar zijn gekomen. Deze ontwikkeling is wellicht de meest essentiële stap naar verduurzaming, immers meer product met dezelfde input leidt tot betere benutting van hulpbronnen en tot minder verlies van hoogwaardig voedsel. Blijkbaar is het mogelijk om de markt te laten groeien met voedzame en lekkere groente.