Leo Kleijwegt bracht een aantal regels uit het gedicht Emergo naar voren als reactie op een discussie over de perspectieven van de spruitenteelt. De discussie vond plaats tijdens de open middag op het spruitenplatform afgelopen november. Op de open middag werden de resultaten van de onderzoeken in de afgelopen jaren toegelicht. Een aantal onderzoeken zijn onderdeel van het topsectorprogramma volhoudbare koolteelt. 

Rassen

In de volhoudbare koolteelt waren de rasvergelijking specifiek voor spruiten de moeite waard. Ingrid Commandeur liet het onderzoek met zeven rassen die op zowel 13 mei als 2 juni zijn geplant. De verschillende plantingen en rassen zijn beoordeeld op aanwezigheid van witte vlieg en melige koolluis eind augustus en half oktober. Uit de tellingen blijkt dat in alle rassen in de late plantingen minder luizen en witte vliegen zijn geteld. Uitgezonderd de telling van witte vlieg half oktober: op dat moment waren de verschillen beduidend kleiner tussen de plantdata. Er is ook een opbrengstmeting gedaan eind oktober. Daar blijken ook verschillen maar die zijn ook te verklaren door de verschillende groeibehoefte van de rassen. Al met al is er met het schuiven van de plantdata een mogelijkheid om de hoeveelheid witte vliegen en melige koolluizen in de spruiten te verminderen. In hoeverre dit kan leiden tot minder en een meer effectieve bespuiting of andere beheersmaatregelen is de vraag voor vervolgonderzoek. Uiteraard hoort hier ook een opbrengstmeting bij. 

Spuittechniek

Een ander onderzoek binnen volhoudbare koolteelt is de verdieping in spuittechniek. Afgelopen jaar zijn een aantal inventariserende onderzoeken gedaan naar techniek waaronder de luchtondersteuning, Wingssprayer en de inzet van droplegs. Met name over de droplegs ontstonden interessante discussies. Door juist in het spruitengewas de spuitmiddelen te verspreiden, zou een veel betere contactwerking kunnen worden gerealiseerd. Genoeg aanleiding voor een vervolgonderzoek.

Perspectief

De onderzoeken die door het spruiten-collectief en de participanten op het spruitenplatform zijn weggelegd vallen binnen de thema’s witte vlieg en luis, trips en koolmot en fungicide. Gemeenschappelijke deler is de zoektocht naar groene schema’s. En tegelijkertijd is de conclusie dat er vooralsnog geen groen schema is waarmee spruiten kunnen worden geteeld die voldoen aan de kwaliteitseisen uit de markt. Dit gegeven was de basis voor de discussie tijdens de door Tumoba gesponsorde barbecue. De vraag die Kasper Kleijwegt op riep was: Hoe gaan we de komende jaren spruiten telen en wie gaat dat doen? De discussie die volgde, maakte vooral duidelijk dat er geen eenduidig antwoord is op hoe er de komende jaren geteeld moet worden. De hoeveelheid gereedschap in de vorm van gewasbeschermingsmiddelen is onder de kritieke grens gekomen. En er is geen zicht op nieuwe middelen waarmee de kwaliteit blijvend kan worden gegarandeerd. De onderzoeken op het spruitenplatform laten vooral zien dat vergroening geen perspectief biedt in het perspectief van een beperkt aantal jaren. Jaren onderzoek, creatief nadenken en samenwerken blijkt noodzakelijk om echte stappen te maken naar vergroening en de spruitensector heeft laten zien dat ze die stappen wil zetten. 

Dan blijft de vraag over wie die spruiten dan gaat telen de komende jaren. Het risico om spruiten te telen neemt immers onverantwoord toe. En op basis van die stelling nam Kleijwegt senior met het voordragen van het gedicht. Daarmee roept Kleijwegt sr. op om de kracht van het ondernemerschap en het vakmanschap te gebruiken en het spruitenplatform als communicatiemiddel naar de samenleving verder uit te bouwen. 

Deel dit bericht