Water is lang een zaak geweest van afvoeren en incidenteel aanvoeren. Inmiddels is dat aan het veranderen. Aanvoeren is zo’n beetje standaard geworden en afvoeren gaat in zulke enorme hoeveelheden dat afvoer via de drains niet meer afdoende is. En dat betekent afvoer vanaf het perceel. Dit kan leiden tot onvoorziene emissie en vraagt aanpassingen in waterafvoer in combinatie met waterberging. Vanuit de Provincie Flevoland en het waterschap Zuiderzeeland is een project opgezet om verschillende systemen van afvoer en berging te toetsen op zowel teelttechnische gevolgen als gevolgen voor emissie. De objecten zijn op de pootaardappelvelddag te bekijken en te bediscussiëren.
Getoetst
De objecten die worden getoetst zijn:
– Inzet van een woelpoot bij ruggenfrezen. De woelpoot creëert een geul waardoor het water makkelijker tussen de ruggen wegzakt.
– Haver zaaien tussen de ruggen. Haver remt de afspoeling. De concurrentie voor de groei van aardappelen zal er zijn en wordt in het onderzoek gemeten. Dit jaar wordt verder gekeken naar wat dan de optimale stikstofbemesting is.
In de pootaardappelen hebben we maar 3 objecten, die invloed kunnen hebben op de opbrengst. In het hele project en met andere gewassen wordt gekeken naar putjes, geulen greppels etc. Voert hier te ver om daarover uit te weiden.
– Verruwen van de rug. Een grove rug kan meer water bevatten dan een rug met een slempkorst.. Dit jaar bekijken we of we zonder schade aan de aardappelen te doen de slemplaag los kunnen maken door afschoffelen + aanaarden
Afvoer van water moet zo snel mogelijk gebeuren is de gangbare gedachte en kavelsloten hebben daarin een belangrijke functie. De overvloedige neerslag maakt dat de teler na moet denken over emissie als gevolg van snel afvoeren. Beheersen van afvoer is dan noodzakelijk. Op de aardappeldemodag zijn objecten te zien die zorgen voor vertraging van waterafvoer op het veld.