Een spuitspoor waarin de druppels herkenbaar zijn en een spoor waarin geen druppels te zien zijn. Bart Wezenberg van GreenA toont een duidelijk beeld in een perceel bospeen. In dit plaatje is in de spuitbanen zonder druppels, Squall toegevoegd. Squall zorgt voor platte uitgevloeide druppels en dat betekent een groter bedekkingsoppervlakte.

Hechter

Squall functioneert als hechter die een betere bedekking op het blad realiseert. De betere bedekking leidt tot een beter opname van het toegediende middel. En juist in gewassen met kleine bladeren zoals peen en rechtopstaande bladeren zoals bij uien is hechting van groot belang. Squall zorgt er voor dat de druppels niet meer rollen en dus niet van het blad af rollen. Dat is het beeld dat Wezenberg laat zien in de spuitsporen van de bospeen.

Spuitbeeld

Wezenberg gaat in op de verschillen tussen een uitvloeier en een hechter. Een uitvloeier zorgt er voor dat een druppel over het blad verdeeld wordt waarbij de waslaag wordt bewerkt om het middel op te laten nemen. Een hechter zorgt dat de druppels aan het blad hecht waardoor er een breder oppervlakte is voor opname van het middel. De hechtende werking van Squall heeft effect op het spuitbeeld. Wezenberg wijst op het achterwege blijven van nevel achter de spuit.

Dosering

Belangrijk aspect in geval van Squall is de dosering. Het advies is 0,5% van de spuitvloeistof. En deze dosering komt precies. Een te lage dosering leidt onherroepelijk tot verstopping. Bij te weinig toevoeging gaan de polymeren zich niet aan elkaar hechten maar binden de polymeren aan de leidingen in de spuit. En dat betekent verstopping. De bindende werking van de polymeren functioneert alleen als er voldoende polymeren aanwezig zijn.

Overdosering is niet nodig maar vooral ook niet raadzaam. De werking van de polymeren heeft invloed op de spuitkegel. De geadviseerde hoeveelheid is onderzocht op werking bij een reguliere spuitkegel. Overdosering betekent een smallere spuitkegel. Het resultaat is minder overlap en daarmee een slechtere verdeling.

Driftreductie

“Daarnaast is Squall toegelaten als drift reducerende maatregel”. Benadrukt Wezenberg. Dat betekent dat toevoeging van Squall betekent een verhoging van één driftreducerence klasse. Een 90% spuitdop wordt met toevoeging van Squall een 95% driftreductie maatregel.

De effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen kan verbeterd worden met toevoegmiddelen. En dat is meer en meer noodzakelijk. De regelgeving rond driftreductie dwingt om keuzes te maken die niet altijd lijden tot een optimale spuitbeeld. Daarnaast zijn er meer en meer middelen die het moeten hebben van contact. Toevoegmiddelen zoals Squall helpen om de effectiviteit van de beheersmaatregel te verbeteren.

Werking van Squall

Squall is een polymeer, een langgerekt molecuul dat is opgebouwd uit meerdere gelijke delen. Door deze opbouw is het mogelijk om specifieke eigenschappen aan polymeren mee te geven. Toevoeging van Squall aan de tankmix verbetert de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen. Meer vloeistof komt aan op het gewas, er wordt minder vermorst. Squall vermindert spray drift en bevordert de regenvastheid en is 100% biologisch afbreekbaar, dus onschadelijk voor het milieu.

Deel dit bericht